Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Wet arbeidsmarkt in balans op 7 november naar de Tweede Kamer gestuurd. Het voorstel wordt aangekondigd als ‘Grondige opknapbeurt voor de arbeidsmarkt’. Op dit moment belanden werknemers volgens de minister onnodig vaak in flexibele banen en hebben zij nauwelijks perspectief op zekerheid. Dit wetsvoorstel moet hier verandering in brengen door de verschillen tussen flexibel en vast werk te verkleinen.
Dit zijn de belangrijkste wijzigingen:
Cumulatiegrond
• De regering stelt voor om in aanvulling op de al bestaande ontslaggronden, een nieuwe ontslaggrond te introduceren; de zogenaamde cumulatiegrond. Nu is ontslag alleen mogelijk wanneer volledig aan één van de acht ontslaggronden wordt voldaan. De cumulatiegrond geeft de rechter de mogelijkheid om meerdere redenen voor ontslag te combineren. De cumulatiegrond kan niet worden gebruikt bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen of bij langdurige arbeidsongeschiktheid.
• De keerzijde hiervan is dat de rechter bij een ontslag op de cumulatiegrond, bovenop de transitievergoeding (en eventuele billijke vergoeding) een extra vergoeding aan de werknemer kan toekennen van maximaal 50% van de transitievergoeding.
Transitievergoeding
• Op grond van de WAB krijgen werknemers vanaf de eerste dag van hun dienstverband (ook tijdens de proeftijd) al recht op een transitievergoeding. Nu heeft een werknemer pas recht op een transitievergoeding als hij minimaal twee jaar in dienst is geweest.
• De opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Iedere werknemer bouwt straks 1/3 maandsalaris per jaar op. Nu is die opbouw vanaf 10 jaar dienstverband ½ maandsalaris per jaar.
Werkloosheidswet
• Voor werkgevers vallen de WW-premies straks lager uit wanneer een werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt aangeboden in plaats van een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Proeftijd
• De maximale proeftijd voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd zal worden verlengd van twee naar vijf maanden.
Ketenregeling
• De huidige ketenregeling van maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten in twee jaar zal worden verruimd naar maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten in drie jaar.
• De huidige regel dat de keten wordt onderbroken na een periode van meer dan zes maanden blijft ongewijzigd.
• Wel wordt de mogelijkheid geboden om bij cao die termijn te beperken tot drie maanden. Dit is slechts mogelijk indien sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan (denk hierbij aan seizoensarbeid).
• Er komt een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.
Payroll
• Payroll werknemers zullen qua arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk moeten worden behandeld als werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever.
• De definitie van de uitzendovereenkomst wordt niet gewijzigd.
Oproepcontracten
• Bij een oproepovereenkomst moet de werkgever de oproepkracht ten minste vier dagen van te voren oproepen. Doet hij dit niet tijdig dan hoeft de oproepkracht geen gehoor te geven aan de oproep.
• Roept de werkgever wel tijdig op maar trekt hij de oproep binnen deze vier dagen weer in, dan behoudt de oproepkracht het recht op loon over de periode waarvoor hij was opgeroepen.
• De termijn van vier dagen kan bij cao worden verkort tot één dag.
• De werkgever wordt verplicht na een jaar een arbeidsovereenkomst aan te bieden voor het aantal uur dat de oproepkracht het jaar daarvoor gemiddeld heeft gewerkt.
Tot slot
De WAB is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer. Als de Eerste en Tweede Kamer instemmen met het voorstel zal de wet naar verwachting per 1 januari 2020 in werking treden. Gelet op de kritische geluiden uit de praktijk en een kritisch advies van de Raad van State is het de vraag of de wet daadwerkelijk zal leiden tot verbetering. Volgens de Raad van State “kan de voorgestelde aanpak om de verschillen tussen flexibele en vaste arbeid te reduceren weliswaar de ergste knelpunten op de arbeidsmarkt verminderen, maar is deze weinig kansrijk om daadwerkelijk een nieuwe balans op de arbeidsmarkt tot stand te brengen.”