De brandstichter wint jaren later de loterij, kan benadeelde alsnog verhaal halen?
In 2004 sticht de neef van de eigenaar van een pand brand in het betreffende pand. De neef wordt daarvoor strafrechtelijk veroordeeld. De eigenaar van het pand had zich in de strafprocedure als benadeelde partij gevoegd, waarbij een klein deel van de vordering “bij wijze van voorschot” werd toegewezen. Voor het overige werd de eigenaar van het pand niet-ontvankelijk verklaard. Het toegewezen voorschot is in deelbetalingen afbetaald, met de laatste betaling in 2010. In 2021 wint de neef de loterij, waarna de eigenaar van het pand zijn neef in 2022 sommeert tot betaling van het resterende deel van zijn schade.
De neef doet een beroep op verjaring van de vordering, maar de eigenaar van het pand beroept zich op art. 3:324 lid 1 BW. In dat artikel is bepaald dat de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak twintig jaar na de dag volgend op de dag van de uitspraak verjaart. Het hof Arnhem-Leeuwarden, die zich over deze vordering moet uitlaten, oordeelt dat dit artikel niet opgaat, omdat aan de verplichting tot betaling van het toegewezen voorschot reeds voldaan is.
De eigenaar van het pand beroept zich ook op art. 3:310 lid 4 BW. Op grond van deze bepaling verjaart, indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt (kort gezegd) een strafbaar feit oplevert, de rechtsvordering tot vergoeding van schade tegen de persoon die dat feit heeft begaan niet zolang het recht tot strafvordering niet door verjaring of door de dood is vervallen. Omdat dit artikel op 1 april 2013 in werking is getreden, geldt deze bepaling niet voor deze vordering, aldus het hof, en geldt dus de gebruikelijke vijf jaarstermijn. Nu in de tussentijd niet is gestuit en aansprakelijkheid ook niet is erkend, is de vordering verjaard. De redelijkheid en billijkheid maken dit volgens het hof niet anders.
Indien een strafrechter een deel van de vordering van een benadeelde toewijst en de benadeelde voor het overige niet-ontvankelijk verklaart, is het zaak om voor het resterende gedeelte van de vordering goed in de gaten te houden of er verjaringstermijnen lopen, die tussentijds gestuit dienen te worden.
Lees hier het arrest.