Door de stakingen van het NS personeel van afgelopen maand hebben veel mensen weer ondervonden hoe groot de gevolgen van een werkstaking kunnen zijn. Ook voor de werkgever brengt een staking van werknemers grote gevolgen met zich.
Er worden meer stakingen verwacht de komende periode. FNV-voorzitter Elzinga waarschuwt voor een ‘hete herfst’ met stakingen in verschillende sectoren.
Maar is een staking altijd zomaar toegestaan? In dit artikel zetten wij de voorwaarden voor een staking op een rij.
Het stakingsrecht
Het stakingsrecht vloeit voort uit artikel 6 lid 4 van het Europees Sociaal Handvest (ESH). Deze bepaling heeft rechtstreekse werking in Nederland, waardoor Nederlandse werknemers zich direct op dit artikel kunnen beroepen. Of een staking onder de bescherming van het ESH valt, wordt volgens de Hoge Raad vooral bepaald door het antwoord op de vraag of de actie redelijkerwijs kan bijdragen aan de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen. In dat geval is de actie in beginsel rechtmatig.
Beperkingen stakingsrecht
Het stakingsrecht is echter niet onbegrensd. Een staking kan door de rechter worden verboden of beperkt wanneer dat in het concrete geval maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk is.
Bij het oordeel of een staking door de rechter verboden of beperkt moet worden, zijn alle omstandigheden van het geval van belang. Een rechter zal onder meer kijken naar de omvang van de actie en de schade die door de staking wordt veroorzaakt. Eveneens kan van belang zijn of de staking tijdig is aangekondigd en of de staking een laatste redmiddel is of dat er ook lichtere middelen voorhanden zijn.
Volgens de Hoge Raad moet een staking al snel als onrechtmatig worden aangemerkt wanneer de staking personen treft met een bijzondere kwetsbaarheid, zoals jeugdigen, gehandicapten, bejaarden en anderen die bijzondere zorg behoeven en de actie gevaar op zou leveren voor de geestelijke of lichamelijke gezondheid van deze personen.
Een specifieke inperking op het stakingsrecht wordt de ‘vredesplicht’ genoemd. Dit is een cao-afspraak waarin de vakbonden zich ertoe verbinden dat zij tijdens de looptijd van een cao niet zullen staken.
Voorbeelden van acties die verboden werden
Het komt voor dat een actie door de rechter wordt verboden. Zo kon een voorgenomen staking van het grondpersoneel op Schiphol in 2016 niet doorgaan vanwege te verwachten topdrukte tijdens de vakantieperiode. Door de werkgever was gewezen op de kwetsbaarheid van de luchthaven en de noodzaak om extra veiligheidsrisico’s te voorkomen. Dit maakte een beperking van het stakingsrecht maatschappelijk gezien noodzakelijk.
In een ander voorbeeld uit 2019 werd het de Amsterdamse boa’s verboden om tijdens Koningsdag te staken omdat de impact op de veiligheid op straat en de openbare orde te groot zou zijn.
Bovenstaande voorbeelden illustreren dat veiligheidsrisico’s een belangrijk argument kunnen vormen om een staking te verbieden.
Wat te doen als werkgever?
Het stakingsrecht is ruim maar een werkgever kan proberen om een staking via de rechter te laten verbieden. Het ontslaan van stakende werknemers wegens werkweigering is in ieder geval niet toegestaan. De werkgever is echter niet verplicht om het loon van stakende werknemers door te betalen.
Meer stakingen verwacht?
Mede door het succes van de NS-staking en de oplopende inflatie kan verwacht worden dat de vakbonden vaker zullen aansturen op collectieve acties, om zo een grotere loonsverhoging af te dwingen. Per geval kan beoordeeld worden of de actie wel rechtmatig is.
Heeft u nog vragen over het stakingsrecht? Neem dan contact op met Chris Nekeman of Ester Damen.