Wat zijn de gevolgen van fraude door een betrokkene?
Gerechtshof Den Haag 9 augustus 2022
Betrokkene is in 2012 betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Door de WAM-verzekeraar van de auto die betrokken was is aansprakelijkheid erkend. In deze procedure staat de vraag centraal of de verzekeraar mocht overgaan tot persoonlijk onderzoek en welke consequenties verbonden worden aan de uitkomsten van dat onderzoek. De verzekeraar had het onderzoek ingezet nadat was gebleken dat betrokkene klachten door eerdere ongevallen had verzwegen en dat zij had gelogen over het bestaan van een verkeersfobie waardoor zij haar bevoegdheid tot het geven van rijles niet zou kunnen verlengen.
Het hof oordeelt dat het persoonlijk onderzoek terecht is ingezet. De onware en/of misleidende antwoorden van betrokkene zijn van dien aard dat het verkrijgen van juiste volledige en actuele informatie langs de weg van verdere bevraging, in redelijkheid niet te verwachten viel. Aan het zogeheten subsidiariteitsbeginsel is voldaan. De ingezette onderzoeksmiddelen waren ook proportioneel. Betrokkene is tweemaal vanaf de openbare weg geobserveerd. Het onderzoek was in omvang en duur beperkt.
Voor het vaststellen van het causaal verband tussen de subjectieve, dan wel moeilijk objectiveerbare klachten die betrokkene zou ervaren en het ongeval is vereist dat het gepresenteerde klachtenpatroon plausibel is. Omdat betrokkene herhaaldelijk onware antwoorden heeft gegeven wordt er weinig belang gehecht aan de eigen verklaringen. Er zijn geen bewijsmiddelen overgelegd waaruit het verlangde bewijs wel kan worden afgeleid. Het causaal verband komt niet vast te staan.
Betrokkene is naar aanleiding van het persoonlijk onderzoek terecht opgenomen in het externe verwijzingsregister (EVR). Er zijn welbewust onjuiste verklaringen afgelegd met het doel een schadevergoeding te verkrijgen waarop geen recht bestond.
Omdat in het geheel geen schade kan worden bewezen moeten betaalde voorschotten worden terugbetaald. Daarnaast is betrokkene verplicht om op grond van onrechtmatige daad de schade van de verzekeraar te vergoeden. Zij moet daarom de kosten in verband met het persoonlijk onderzoek vergoeden en een deel van de buitengerechtelijke kosten.
Een verzekeraar mag niet te snel overgaan tot het verrichten van persoonlijk onderzoek. Er gelden op grond van de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek strenge eisen. In dit dossier wordt de lat gehaald. Daarbij is met name van belang dat het verder bevragen van de betrokkene zinloos leek en dat het onderzoek in omvang en duur beperkt is gebleven.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Persoonlijk onderzoek brengt fraude aan het licht