Moet de AVP dekking bieden voor aansprakelijkheid eigenaar pony?
Een berijdster van een pony overkomt een ongeval met de pony en stelt de eigenaar aansprakelijk voor de schade als gevolg hiervan. De vraag die centraal staat of de particuliere aansprakelijkheidsverzekering van de eigenaar dekking moet verlenen voor de gevolgen van het ongeval. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit het geval is. De verzekeraar gaat tegen dit oordeel in hoger beroep. Volgens de verzekeraar is het recht op dekking vervallen omdat (onder andere) de eigenaar van de pony zijn medewerkings- en/of informatieplicht niet is nagekomen (in de zin van artikel 6.1 van de polisvoorwaarden). Volgens de verzekeraar heeft de eigenaar onjuiste, onvolledige en/of onduidelijke informatie verstrekt over de vraag of hij de (enige) bezitter was van de pony ten tijde van het ongeval en heeft hij bovendien niet meegewerkt aan de pogingen van de verzekeraar tot het verkrijgen van informatie ter beantwoording van die vraag. Daarnaast zou de eigenaar geen deugdelijk verweer hebben gevoerd in de deelgeschilprocedure.
Het hof gaat in op de vraag of artikel 6.1 van de polisvoorwaarden is geschonden. Volgens het hof is dat alleen het geval indien de verzekeraar overeenkomstig artikel 7:941 lid 5 BW in een redelijk belang is geschaad. Het hof oordeelt dat de verzekeraar zijn stellingen, dat de medewerkings- en/of informatieplicht zou zijn geschonden, onvoldoende heeft onderbouwd. Maar ook als zou worden aangenomen dat de eigenaar op het punt van bezitterschap van de pony en het verweer in zijn medewerkings- en informatieplicht is tekortgeschoten, heeft de verzekeraar volgens het hof onvoldoende onderbouwd dat hij daardoor in een redelijk belang is geschaad. Zo heeft de verzekeraar niet aannemelijk gemaakt dat indien de eigenaar zijn verplichtingen wel zou zijn nagekomen, zij in haar verhouding tot de berijdster van de pony in een voordeliger positie zou hebben verkeerd.
Deze uitspraak bevestigt de hoofdregel van artikel 7:941 lid 5 BW inhoudende dat een verzekeraar het vervallen van een recht op uitkering wegens het niet nakomingen van een medewerkings- of informatieplicht van de verzekeringnemer alleen kan bedingen voor het geval de verzekeraar daardoor in een redelijk belang is geschaad. De bewijslast daarvan rust op de verzekeraar. De verzekeraar zal dus niet alleen de schending van de medewerkings- of informatieplicht, maar ook het schenden van zijn redelijk belang voldoende moeten onderbouwen.
Deze teaser is geschreven door Jessica Stolk