Is de inperking van de klachtplicht in algemene voorwaarden voor consumenten (en daarmee vergelijkbare bedrijven) zonder meer een onredelijk bezwarend beding (zwarte lijst) of is het mogelijk tegenbewijs te leveren dat geen sprake is van een onredelijk bezwarend beding (grijze lijst)?
Arrest Hoge Raad 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1197
In zijn arrest van 8 september 2023 gaat de Hoge Raad in op de vraag of een contractueel beding in de algemene voorwaarden over de klachtplicht kan worden aangemerkt als een beding dat zonder meer onredelijk bezwarend is (de zwarte lijst, artikel 6:236 BW), of dat het een beding is dat – behoudens tegenbewijs – wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn (de grijze lijst, artikel 6:237 BW). Daarnaast komt de vraag aan de orde of een klein kaas- en zuivelbedrijf kan worden gelijkgesteld aan een consument.
Ter bescherming van consumenten zijn in de wet concrete voorbeelden van bedingen opgenomen die de wetgever in beginsel onredelijk bezwarend acht. Op de zogenoemde ‘zwarte lijst’, die is opgenomen in artikel 6:236 BW, staan bedingen die zonder meer onredelijk bezwarend zijn. Op de ‘grijze lijst’, die is terug te vinden in artikel 6:237 BW, staan bedingen die worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn, met de mogelijkheid tot het bieden van tegenbewijs. Deze lijsten zijn bedoeld voor consumenten. Kleine bedrijven, wiens positie in grote mate gelijkenis vertoont met die van een consument, hebben echter onder omstandigheden ook de mogelijkheid een beroep doen op de zwarte of de grijze lijst.
De zaak die zich voordeed bij de Hoge Raad gaat over een overeenkomst tussen een kaas- en zuivelbedrijf en een financieel adviesbureau, op basis waarvan is geadviseerd over een door het kaas- en zuivelbedrijf te verstrekken lening aan een derde. Het kaas- en zuivelbedrijf stelt dat het financieel adviesbureau niet naar behoren heeft geadviseerd. Het financieel adviesbureau stelt dat het kaas- en zuivelbedrijf op grond van de algemene voorwaarden eerder moeten klagen. Door dat na te laten, zou het financieel adviesbureau niet meer kunnen worden aangesproken.
Het gerechtshof oordeelde dat het beding in de algemene voorwaarden kon worden aangemerkt als een beding zoals opgenomen in artikel 6:236 sub g BW (zwarte lijst). Dit artikel bepaalt dat bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een consument, hoe dan ook als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt een beding dat een wettelijke verjarings- of vervaltermijn waarbinnen de wederpartij enig recht moet geldend maken, tot een verjarings- onderscheidenlijk vervaltermijn van minder dan een jaar verkort.
De Hoge Raad komt tot een ander oordeel. Een beding over de klachtplicht is naar het oordeel van de Hoge Raad een beding dat valt onder artikel 6:237 sub h BW (grijze lijst). Dit artikel bepaalt dat bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een consument, wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn een beding dat als sanctie op bepaalde gedragingen of nalaten van de wederpartij, verval stelt van aan de wederpartij toekomende rechten of van de bevoegdheid bepaalde verweren te voeren, behoudens voor zover deze gedragingen het verval van die rechten of verweren rechtvaardigen.
Een beding dat betrekking heeft op de klachtplicht wordt zodoende, voor zover het consumenten en vergelijkbare partijen betreft, vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Tegen dat vermoeden kan – anders dan het gerechtshof oordeelde – wel tegenbewijs worden geleverd door de gebruiker van de algemene voorwaarden. Dit kon de gebruiker van de algemene voorwaarden in de zaak die voorlag bij de Hoge Raad echter niet baten. De Hoge Raad volgde het gerechtshof in zijn redenering dat sprake was van een onredelijk bezwarend beding.
De Hoge Raad volgt het gerechtshof eveneens in zijn oordeel dat het kaas- en zuivelbedrijf kan worden gelijkgesteld aan een consument, aan wie een beroep op de zwarte en grijze lijsten toekomt. Aan dat oordeel ligt ten grondslag dat het kaas- en zuivelbedrijf geen kennis en ervaring heeft op de ingewikkelde materie waarop de advisering door het financieel adviesbureau betrekking had en volledig vertrouwde op de financieel adviseur.