Wijst het Hof het verzoek tot afschrift/inzage van bescheiden ex artikel 843a Rv toe?
Werknemer werkte als researchcoördinator, onder leiding van een medisch specialist op basis van detachering bij een inlener. De medisch specialist werd door meerdere werknemers als bot, kortaf, intimiderend en autoritair ervaren. Daarnaast voelde een aantal vrouwelijke arts-assistenten zich ongemakkelijk bij de medisch specialist. Bij de inlener is gemeld dat er sprake is van een onveilig leer-en leefklimaat voor arts-assistenten tijdens supervisie door medisch specialist.
Op 5 juni 2019 is werknemer volledig arbeidsongeschikt uitgevallen. Werknemer stelt in 2021 de inlener aansprakelijk voor het gedrag van de medisch specialist. Volgens werknemer is zij jarenlang blootgesteld aan (seksueel) grensoverschrijdend gedrag van de medisch specialist en was de inlener hiervan op de hoogte. In de procedure bij de kantonrechter vordert zij inzage en/of afschrift van bescheiden ex. artikel 843a Rv. Omdat de inlener aansprakelijkheid betwist is werknemer, zo stelt zij, voor de onderbouwing van haar stellingen afhankelijk van bescheiden die zich bevinding in het domein van de inlener. De kantonrechter wijst het verzoek toe.
In hoger beroep stelt de inlener onder andere dat de verslagen van de internist/oncologen waarvan werknemer inzage heeft gevorderd niet kunnen worden overlegd, omdat zij een beroep hebben gedaan op hun privacy en artikel 8 EVRM. Volgens het Hof kunnen deze bescheiden wel worden overlegd met inachtneming van de anonimiseringsrichtlijnen van de Rechtspraak. Daarnaast zal er aan de werknemer een geheimhoudingsverplichting ex artikel 28 Rv worden opgelegd. Van een gewichtige reden op grond waarvan de vordering ex. artikel 843a lid 4 Rv moet worden afgewezen, is geen sprake.
Deze uitspraak laat zien dat van een gewichtige reden in de zin van artikel 843a lid 4 Rv niet snel sprake is. Een beroep op privacy en artikel 8 EVRM leidt niet zonder meer tot het oordeel dat bescheiden niet mogen worden overlegd. Wel kan er een beperking worden opgelegd om onnodige inbreuken te voorkomen.