Onder welke omstandigheden is sprake van aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 lid 4 BW?
De benadeelde heeft tijdens de werkzaamheden op een schip een metalen deksel (luik) van een dekkist op zijn hand gekregen waardoor hij letsel heeft opgelopen. In deze zaak staat de vraag centraal of de formele werkgever en/of de schipeigenaar aansprakelijk zijn voor het ongeval.
Volgens het gerechtshof Den Haag heeft de formele werkgever zijn zorgplicht van art. 7:658 BW geschonden nu geen specifieke veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om schade door het dichtvallen van de deksel te voorkomen. Voor het oordeel dat sprake is van een zorgplichtschending is tevens van belang dat na het ongeval is gekozen voor een meer effectieve en veiligere maatregel ter voorkoming van het dichtvallen van de deksel, namelijk het plaatsen van een gasveer.
Het hof overweegt dat de eigenaar van schip niet jegens de benadeelde aansprakelijk is nu niet is voldaan aan de vereisten van art. 7:658 lid 4 BW. De eigenaar had het schip op basis van een ‘time charter party’ aan een derde ter beschikking gesteld. Op grond van deze charter was de schipeigenaar gehouden om zorg te dragen voor een bemanning voor het schip. Daarvoor is de formele werkgever van de benadeelde ingeschakeld. Het hof concludeert dat de schipeigenaar geen invloed had op de werkomstandigheden en de daarmee verband houdende veiligheidsrisico’s van het personeel op het schip. Het feit dat de formele werkgever na het ongeval een gasveer heeft geplaatst getuigt daar ook van. De vorderingen op de schipeigenaar worden afgewezen.
Op grond van art. 7:658 lid 4 BW kan degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft aansprakelijk zijn voor de schade van deze persoon. In het arrest Davelaar/Allspan heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze bepaling zich voor toepassing leent wanneer de persoon die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht, voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van degene voor wie hij werkzaamheden verricht. Daarvan is in de verhouding tussen de benadeelde en de schipeigenaar naar het oordeel van het hof geen sprake, nu de eigenaar het schip samen met de bemanning ter beschikking had gesteld aan een derde en de bemanning in dienst was bij de formele werkgever.
Klik hier voor de uitspraak:
Eigenaar van een schip niet aansprakelijk voor arbeidsongeval