Aansprakelijk voor het niet verlenen van voorrang?
Op 22 april 2015 heeft er een verkeersongeval voorgedaan waarbij geïntimeerde in botsing is gekomen met een bestuurder van een auto met aanhanger (hierna: ‘de bestuurder’), die op de weg aan het keren was. Volgens geïntimeerde had de bestuurder voorrang moeten verlenen aan geïntimeerde tijdens het uitvoeren van deze bijzondere manoeuvre. In de deelgeschilprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat de aansprakelijkheidsverzekeraar aansprakelijk is voor de schade van geïntimeerde als gevolg van het ongeval van 22 april 2015. In hoger beroep vordert de aansprakelijkheidsverzekeraar primair voor recht te verklaren dat zij niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval d.d. 22 april 2015 en subsidiair dat voor recht wordt verklaard dat er sprake is van eigen schuld van geïntimeerde.
Ter onderbouwing van haar standpunt stel de aansprakelijkheidsverzekeraar dat zowel de bestuurder als geïntimeerde een bijzondere manoeuvre verrichtten en dat geïntimeerde het beste zicht had op de situatie, terwijl bestuurder niet of nauwelijks meer zicht had op het tegemoetkomend verkeer. Het hof gaat hier niet in mee. Volgens het hof heeft geïntimeerde inderdaad ook een bijzondere manoeuvre verricht, maar deze manoeuvre was volgens het hof al uitgevoerd voordat de bestuurder keerde. Op het moment van het keren was geïntimeerde een rechtdoor gaande verkeersdeelnemer waaraan bestuurder voorrang had moeten verlenen. Ook de omstandigheid dat het voor geïntimeerde gedurende vijf seconden goed zichtbaar was dat bestuurder ging keren, maakt niet dat geïntimeerde bestuurder voorrang had moeten geven. Zijn bijzondere manoeuvre was immers al voltooid. Het hof concludeert dan ook dat de aansprakelijkheidsverzekeraar aansprakelijk is.
Wel is het hof van oordeel dat de schade van geïntimeerde mede een gevolg is van een omstandigheid die aan hemzelf kan worden toegerekend. Vaststaat dat de aandacht van geïntimeerde niet steeds op de weg gericht is geweest, maar op zijn toerenteller. De omstandigheid dat geïntimeerde de keermanoeuvre dus niet heeft waargenomen komt voor zijn rekening.
Deze uitspraak bevestigt de in artikel 54 RVV neergelegde rechtsregel, inhoudende dat degene die een bijzondere manoeuvre verricht, het overige verkeer voor moet laten gaan. Ook indien de bijzondere manoeuvre voor het slachtoffer goed zichtbaar was, doet dat niet af aan de voorrangsverplichting van degene die de bijzondere manoeuvre verricht. Wel kan er sprake zijn van eigen schuld van het slachtoffer.
Deze teaser is geschreven door Jessica Stolk