Kan de rechtbank in een bodemprocedure terugkomen op een beslissing uit een deelgeschil?
Rechtbank Noord-Holland 23 februari 2022
De benadeelde is met zijn scooter tegen een chicane (verkeerszuil) aangereden. De rechtbank heeft in een deelgeschilprocedure geoordeeld dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. De deelgeschilrechter was van oordeel dat de chicane voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen en dat geen sprake was van een zorgplichtschending. In deze bodemprocedure vordert de benadeelde (opnieuw) een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is voor het ongeval.
De rechtbank wijst de vordering af. Op grond van de wet is de rechter in de bodemprocedure in beginsel gebonden aan beslissingen in de deelgeschilprocedure voor zover deze zien op de materiële rechtsverhouding van partijen (bijvoorbeeld over de aansprakelijkheid). In een bodemprocedure kan de rechtbank terugkomen op een beslissing die genomen is in de deelgeschilprocedure indien is gebleken dat die beslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag. Van een onjuiste feitelijke grondslag kan bijvoorbeeld sprake zijn als na de beslissing in de deelprocedure gebleken is van nieuwe feiten.
Vijf jaar na het ongeval is de chicane verwijderd. Dit is op zich een nieuw feit van na de beslissing in de deelgeschilprocedure. Maar voor de vraag of dat ook moet leiden tot een ander oordeel is doorslaggevend wat de reden is geweest voor het verwijderen van de chicane. De verwijdering was onderdeel van een algehele herinrichting van de weg. Verkeersveiligheidsoverwegingen die daarbij een rol hebben gespeeld zagen niet op het risico van een eenzijdig ongeval. Er is ook geen sprake van een erkenning van de gemeente dat de chicane toch niet voldeed aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden gesteld mogen worden. Er is geen grond voor het oordeel dat de beslissing in het deelgeschil is gebaseerd op onjuiste feitelijke of juridische grondslagen.
Zoals gezegd is de bodemrechter in beginsel gebonden aan beslissingen in de deelgeschilprocedure voor zover deze zien op de materiële rechtsverhouding van partijen. Als één van de partijen het met een deelgeschilbeschikking niet eens is, ligt het vaak meer voor de hand om hoger beroep in te stellen. Dat is mogelijk na de bodemprocedure, of tussentijds na verkregen toestemming van de bodemrechter.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Beslissing deelgeschilprocedure houdt in de bodemprocedure stand: geen onjuiste feitelijke grondslag