Houdt een verstrekkend exoneratiebeding stand?
Een leidinggevende snackbarmedewerker die veelal in de avonduren werkt valt in december 2016 uit vanwege psychische problematiek. Een jaar later (januari 2018) kan zij volgens de bedrijfsarts haar eigen werk niet meer verrichten. Vanaf maart t/m juni 2018 – met een maand tussenpauze vanwege een toename van de psychische problematiek – start ze op advies van de bedrijfsarts met 2 uur per week eenvoudig ander werk. In juli 2018 verandert het advies van de bedrijfsarts: ze kan beginnen met re-integreren in eigen werk en in september 2018 adviseert hij haar zelfs volledig hersteld te melden. De rechtbank is duidelijk in haar oordeel dat de bedrijfsarts dat niet had moeten adviseren.
Toch blijft de werkgever feitelijk met de daardoor geleden loonschade van € 31.150,67 zitten. De verzekeraar die verantwoordelijk was voor de verzuimbegeleiding en arbodienstverlening heeft in de overeenkomst haar verplichting tot schadevergoeding beperkt tot “maximaal het bedrag dat u per jaar betaalt voor de diensten". Hierdoor kent de rechtbank slechts € 108 toe.
Deze uitspraak laat zien dat een verstrekkend exoneratiebeding overeengekomen door professionele partijen stand kan houden (het betrof hier geen kleine onderneming, maar een familiebedrijf met 60 werknemers in vaste dienst plus 130 werknemers op uitzendbasis). De omstandigheid dat de daadwerkelijke schade vele malen groter is en de fout is gelegen in de kernprestaties, doet daar in dit geval volgens de rechter dus niet aan af.
Klik hier voor de uitspraak