Op welke wijze beoordeelt het hof of sprake is van klachten die in causaal verband staan tot het ongeval?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 oktober 2021
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de gevolgen van een auto-ongeval dat betrokkene is overkomen, waarvoor de verzekeraar aansprakelijk is. De betrokkene stelt dat hij als gevolg van dit ongeval whiplashklachten heeft gekregen die bestaan uit aanhoudende fysieke en cognitieve klachten.
Het hof stelt de volgende uitgangspunten voorop:
1. Het enkele feit dat het klachten betreft die naar hun aard subjectief zijn, betekent niet dat het bewijs ervan niet geleverd kan worden. Wanneer kan worden vastgesteld dat het klachtenpatroon plausibel is (wat doorgaans het geval zal zijn bij een consistent, consequent en samenhangend patroon van klachten), kan van het bestaan van dergelijke subjectieve klachten worden uitgegaan;
2. Indien de benadeelde heeft aangetoond dat zijn subjectieve gezondheidsklachten in de hiervoor bedoelde betekenis bestaan, mogen aan het bewijs van het oorzakelijk verband tussen het ongeval en deze klachten geen al te hoge eisen worden gesteld, in die zin dat het ontbreken van een specifieke, medisch aantoonbare verklaring voor de klachten niet in de weg staat aan het oordeel dat het bewijs van het oorzakelijk verband geleverd is. Als komt vast te staan dat de benadeelde voorafgaand aan het ongeval deze gezondheidsklachten niet had, de gezondheidsklachten op zich door het ongeval veroorzaakt kunnen worden en een alternatieve verklaring voor de gezondheidsklachten ontbreekt, zal het bewijs van oorzakelijk verband daarmee veelal geleverd zijn;
3. Indien het causaal verband tussen de subjectieve gezondheidsklachten en het ongeval is vastgesteld, dient te worden beoordeeld of deze gezondheidsklachten ook tot beperkingen leiden.
Het hof is t.a.v. de lichamelijke klachten van oordeel dat sprake is van een consistent, consequent en samenhangend patroon van pijnklachten zodat van het bestaan van deze klachten kan worden uitgegaan. Het medisch dossier geeft voldoende objectieve aanknopingspunten om ook van het bestaan van cognitieve klachten uit te gaan. Nu het bestaan van de gestelde klachten kan worden aangenomen, is de vraag aan de orde of en in hoeverre er een (juridisch) causaal verband bestaat met het ongeval. Voor de verdere beoordeling van het causaal verband acht het hof mede van belang in hoeverre sprake is van somatiseren door betrokkene en/of andere psychische problematiek. Het hof acht voorlichting door een psychiater hierover noodzakelijk.
In whiplashzaken is het lastig om vast te kunnen stellen of de door een benadeelde gestelde klachten zijn veroorzaakt door het ongeval. Het hierboven geschetste kader om te beoordelen of sprake is van klachten die in (juridisch) causaal verband staan met het ongeval vormt vaste rechtspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en wordt thans ook door andere hoven gevolgd (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:GHAMS:2020:1310).
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Whiplash: sprake van klachten die zijn veroorzaakt door een auto-ongeval?