Na een mislukte poging[1] tot de verankering van de Nederlandse Franchise Code is op 12 december jl. een nieuw wetsvoorstel[2] gepubliceerd.
Doel van het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel heeft tot doel om de verhoudingen tussen franchisegevers en franchisenemers te verbeteren en legt de nadruk op de precontractuele uitwisseling van informatie, de tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst, beëindiging van de franchisesamenwerking en het overleg tussen franchisegever en zijn franchisenemer.
Waar in de wet?
In Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een nieuwe titel over de franchiseovereenkomst geïntroduceerd.
Wat staat er in het wetsvoorstel?
- Introductie basisprincipe ‘goed franchisegever’ en ‘goed franchisenemer’
Partijen moeten zich als ‘goed franchisegever’ en ‘goed franchisenemer’ gedragen. Dit houdt in dat partijen zich jegens elkaar in redelijkheid en zorgvuldigheid moeten gedragen en geldt voor zowel de aanloop naar de franchiserelatie als in de franchiserelatie als zodanig.
- Versterken informatiepositie in precontractuele fase
De franchisenemer moet in ieder geval tijdig en specifiek geïnformeerd worden over specifiek genoemde onderwerpen. Er geldt ook een algemene verplichting van beide partijen om elkaar tijdig te informeren over al hetgeen redelijkerwijs voor de ander van belang is, of kan worden.
- Afkoelingsperiode
Om te voorkomen dat een franchisenemer instemt met een franchiseovereenkomst waarvan hij de inhoud en de daaruit voortvloeiende verplichtingen en risico’s als franchisenemer niet goed kan overzien, geldt een termijn van beraad van vier (4) weken tussen het moment van ontvangst van alle relevante informatie en het beoogde moment van het sluiten van de franchiseovereenkomst. Gedurende deze termijn mag de concept-franchiseovereenkomst niet worden gewijzigd ten nadele van de franchisenemer.
- Inhoud franchiseovereenkomst
Het wetsvoorstel omvat inhoudelijke voorschriften over de inhoud van de franchiseovereenkomst. In beginsel geldt dat een contractuele verplichting niet verder mag gaan dan wat in het handelsverkeer gebruikelijk is (denk aan exclusieve afnamebepalingen).
- Non-concurrentiebeding
De reikwijdte van non-concurrentiebedingen zal zijn beperkt tot een jaar na afloop van de franchiseovereenkomst en het geografische gebied waarbinnen de franchisenemer de formule mocht exploiteren.
- Verplichting voorzien in vergoeding van opgebouwde goodwill
In de praktijk komen vaak clausules voor waarbij de franchisenemer verplicht wordt om zijn onderneming aan franchisegevers te verkopen onder ongunstige voorwaarden, bijvoorbeeld zonder vergoeding van opgebouwde goodwill. Het wetsvoorstel bepaalt dat moet worden voorzien in een vergoeding van opgebouwde goodwill (voor zover in redelijkheid aan franchisenemer toe te rekenen is en dus niet goodwill die voortvloeit uit de franchiseformule).
- Instemming bij beleidswijzigingen
Voor handelingen van de franchisegever met aanzienlijke gevolgen voor de franchisenemers is voorafgaande instemming nodig. De instemming van franchisenemersvertegenwoordiging met twee-derde meerderheid bindt alle franchisenemers. Is er geen vertegenwoordigingsbevoegd orgaan dat namens alle franchisenemers kan instemmen? Dan heeft de franchisegever instemming van de individuele franchisenemers nodig.
Internetconsultatie
Reacties op het wetsvoorstel kunnen worden ingediend tot 31 Januari 2019. Publieke reacties die gedurende de consultatie worden gepubliceerd, lees je hier.
Voor meer informatie over actuele ontwikkelingen op het gebied van franchise, distributie en agentuur, neem contact op met Martine de Koning (Martine.de.Koning@kvdl.com), partner en hoofd van de sectie Commercial & International Trade.
[1] https://kvdl.com/artikelen/nieuwe-wetgeving-franchise-wettelijke-verankering-van-de-nederlandse-franchise-code-van-de-baan
[2] https://www.internetconsultatie.nl/wet_franchise (link naar wetsvoorstel - Pdf versie)