Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 30 oktober 2018
Een anesthesieassistent heeft zich in 2007 seksueel intimiderend gedragen tegenover een collega. Een poging van de werkgever om de arbeidsovereenkomst van de anesthesieassistent naar aanleiding van dit voorval te beëindiging slaagt niet. Vervolgens onderneemt de werkgever onvoldoende initiatieven om de anesthesieassistent weer in staat te stellen zijn werkzaamheden op te pakken. Als gevolg daarvan ontstaan bij de anesthesieassistent psychische klachten.
Het hof overweegt dat het ziekenhuis als goed werkgever maatregelen had moeten treffen om de verhoudingen op de werkvloer te normaliseren. In een tussenarrest heeft het hof op grond van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel het verband tussen de gezondheidsklachten van de anesthesieassistent en het handelen van de werkgever aangenomen. De werkgever is er niet in geslaagd om tegenbewijs te leveren.
De anesthesieassistent ervaart echter ook psychische klachten door een non-actiefstelling in 2007 naar aanleiding van het incident. Op dit punt wordt de werkgever geen zorgplichtschending verweten. Het is niet eenvoudig om te onderscheiden in hoeverre de psychische gezondheidsklachten van de anesthesieassistent zijn toe te rekenen aan (de reacties op) het incident en de op non-actiefstelling uit 2007 en in hoeverre aan het feit dat de werkverhoudingen na zijn terugkeer in februari 2008 niet genormaliseerd zijn. Het hof acht daarom een comparitiezitting noodzakelijk om te bezien of de procedure door middel van een minnelijke regeling of mediation kan worden beëindigd.
Dit arrest laat zien dat op de werkgever in het kader van ‘Me Too-problematiek’ vergaande verplichtingen rusten. De werkgever dient niet alleen zorg te dragen voor een veilige werkomgeving, maar zolang de positie van de dader niet ‘onhoudbaar’ is geworden, kan er ook een verplichting gelden om de verhoudingen op de werkvloer te normaliseren. Daarnaast volgt uit dit arrest hoe lastig het kan zijn om de schade ten gevolge van psychische klachten in kaart te brengen. Zeker indien ook zonder normschending sprake zou zijn geweest van psychische klachten. Het hof vestigt nu de hoop op een schikking tussen partijen.
Wilt u hier meer over weten? Neem dan contact op met Chris van Dijk via Chris.van.Dijk@kvdl.com.
Klik hier voor de uitspraak:
Werkgever aansprakelijk voor psychische schade werknemer
Werkgever aansprakelijk voor psychische schade werknemer
22 november 2018