Heeft verzekerde de verzekeraar opzettelijk misleid?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 april 2021
Deze uitspraak bevestigt dat het in principe aan de verzekeraar is om opzet tot misleiding door de verzekeringnemer/verzekerde aan te tonen. Uit rechtspraak volgt dat in dat verband het nodige wordt gevraagd van de verzekeraar. Deze uitspraak leert ons echter dat van verzekeraars ook weer niet het onmogelijke wordt gevraagd en dat rechters simpelweg beoordelen of uit de feiten een redelijk vermoeden van opzet kan worden ontleend.
In deze zaak staat de vraag centraal of de verzekeraar aan X de schade moet vergoeden die zij heeft geleden als gevolg van een auto-aanrijding, nu X all risk is verzekerd bij deze verzekeraar. De verzekeraar meent van niet en beroept zich daarbij op art. 7:941 lid 5 BW. X heeft volgens de verzekeraar opzettelijke onware opgave gedaan over de wijze van aanschaf van de auto en de toedracht van de aanrijding. Sterker nog: de verzekeraar vermoedt dat de aanrijding in scene is gezet om verzekeringsgeld op te strijken.
Het hof oordeelt dat de verklaringen van X over de aankoop van haar auto te vaag zijn om overtuigend te zijn. Daartoe overweegt het hof onder meer dat X geen details kan geven over de aankoop en zelfs de koopprijs niet precies weet, hoewel de auto naar eigen zeggen haar eerste auto was waarvoor zij in contanten haar volledige spaargeld heeft aangewend. Daarbij komt dat de neef van X zich actief heeft beziggehouden met de schaderegeling en het hof ambtshalve op de hoogte is van een andere – vergelijkbare – zaak waarbij diezelfde neef betrokken was. Gezien deze omstandigheden is voorshands bewezen dat X onjuiste verklaringen heeft gedaan met het opzet de verzekeraar te misleiden.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Weigering dekking wegens geënsceneerde auto-aanrijding