Onder welke omstandigheden is verwijzing naar de schadestaat mogelijk bij een schadevergoedingsverplichting van een borg?
Hoge Raad 8 januari 2021
In dit arrest is de vraag aan de orde of verwijzing naar de schadestaatprocedure mogelijk is bij veroordeling van de borg tot vergoeding van schade die de hoofdschuldenaar verschuldigd is wegens tekortschieten in diens verbintenis jegens de schuldeiser.
Op grond van art. 612 Rv kan de rechter een veroordeling uitspreken tot schadevergoeding op te maken bij staat, indien begroting van de schade in het vonnis niet mogelijk is. Dit artikel is echter uitsluitend van toepassing op wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding, zoals die uit wanprestatie en onrechtmatige daad. Dus niet indien uit een rechtshandeling een primaire verplichting tot schadevergoeding voortvloeit en van deze verplichting nakoming wordt gevorderd.
In deze zaak is er sprake van een verplichting tot schadevergoeding van een borg, die voortvloeit uit een overeenkomst van borgtocht tussen de borg en de schuldeiser. Op het eerste gezicht lijkt art. 612 Rv dus niet rechtstreeks van toepassing. De verplichting van de borg heeft echter betrekking op dezelfde verplichting tot schadevergoeding als die van de hoofdschuldenaar wegens het niet-nakomen van zijn verbintenis jegens de schuldeiser (wanprestatie). Vanwege die verbondenheid, brengt een redelijke en op de praktijk afgestemde wetstoepassing volgens de Hoge Raad mee dat de regel van art. 612 Rv – bij wijze van uitzondering – ook in dit geval kan worden toegepast.
Een rechter die een vordering tot schadevergoeding toewijst dient te beoordelen of een verwijzing naar de schadestaatprocedure is vereist. Een verwijzing naar de schadestaat zal alleen plaatsvinden wanneer de oorspronkelijke schadevergoedingsplicht van de schuldenaar nog moet worden begroot.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Veroordeling van een borg, nader op te maken bij staat. Kan dat?