Is er sprake van één of meerdere aanspraken onder de polis?
Tijdens een bouwproject door projectontwikkelaar Wester IJ-Dok is een aantal gebreken in het ontwerp aan het licht gekomen. De projectontwikkelaar Wester IJ-Dock maakt aanspraak op dekking onder haar verzekering Ontwerpaansprakelijkheid voor Opdrachtgevers (OVO). De belangrijkste vraag is of haar vordering tot uitkering onder de OVO-verzekering kwalificeert als één aanspraak – zoals Wester IJ-Dock meent – of als vier aanspraken – zoals de verzekeraars menen. Dit is van belang, omdat er per aanspraak een eigen risico van € 100.000,- geldt.
Het antwoord op voornoemde vraag geschiedt door uitleg van de verzekeringsvoorwaarden. De eerste vraag is dan welke uitleg-maatstaf daarbij moet worden gehanteerd. Uit het Chubb/Dagenstaed-arrest van de Hoge Raad van 16 mei 2008 volgt dat ten aanzien van polisvoorwaarden, waarover – zoals hier – door partijen niet is onderhandeld, bij wijze van uitgangspunt voor een meer objectieve methode van uitleg wordt gekozen dan die op basis van een primair subjectieve invulling van de Haviltex-norm. Objectieve factoren betreffen de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel en van een eventuele bij de polisvoorwaarden behorende toelichting.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de door Wester IJ-Dock ingestelde vordering tot uitkering als één aanspraak heeft te gelden. Hoewel het vonnis met de overwegingen van de rechtbank niet bekend zijn, lijkt uit het arrest te kunnen worden afgeleid dat de rechtbank slechts heeft beoordeeld of voldaan is aan de definitie van aanspraak in art. 1.9.1.2, namelijk “Een door de opdrachtgever tegen de dienstverlener ingestelde vordering tot vergoeding van schade”. Hoewel het juist is dat aan deze definitie van aanspraak is voldaan, dient deze bepaling echter – gelet op het Chubb/Dagenstaed-arrest – te worden gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel, dus in het licht van hetgeen waarvoor de OVO dekking biedt.
Het Hof doorloopt de dekkingssystematiek van de gehele polis en komt vervolgens – anders dan de rechtbank – tot het oordeel dat er sprake is van vier fouten, leidende tot vier aanspraken in de zin van de polis. Zo volgt uit de voorwaarden dat verzekerd is schade als gevolg van een door een dienstverlener gemaakte fout. Uit een ander artikel over het begrip ‘fout’ volgt dat fouten al dan niet door meer dienstverleners gemaakt, die met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien als één fout worden beschouwd.
Volgens het Hof is het gelet op deze bepalingen bepalend wat de oorzaak is van de gebreken in het gemaakte ontwerp. Indien deze gebreken zijn terug te voeren op één en dezelfde fout, gaat het om één aanspraak. Volgens het Hof is hier echter geen sprake van, nu er in het schaderapport clusters van gebreken zijn geconstateerd die voortkomen uit van elkaar te onderscheiden beroepsfouten, gemaakt in verschillende onderdelen van het ontwerp.
Klik hier voor de uitspraak:
Uitleg van een verzekering inzake Ontwerpaansprakelijkheid voor Opdrachtgevers