Had betrokkene zonder ongeval een 'glanzende carrière' gehad?
Rechtbank Den Haag 2 november 2022
Ruim 10 jaar geleden heeft in Nederland een verkeersongeval plaatsgevonden tussen een fietser en een automobilist, waarvoor de automobilist aansprakelijk was. De fietser was een student uit het Verenigd Koninkrijk, die bij het ongeval letsel heeft opgelopen.
Tussen de betrokkene en de verzekeraar van de aansprakelijke automobilist is discussie ontstaan over het hypothetisch carrièreverloop zonder ongeval. Betrokkene en de verzekeraar hebben daarom gezamenlijk een arbeidsdeskundig onderzoek laten verrichten. In het rapport van de arbeidsdeskundige wordt een hypothetisch carrièreverloop gegeven voor verschillende arbeidssectoren, zoals bij de (semi)overheid, in de zakelijk particuliere sector, in de wetenschap en in de journalistiek.
Betrokkene en de verzekeraar interpreteren het arbeidsdeskundigrapport verschillend. Volgens betrokkene blijkt uit het rapport dat hij in de hypothetische situatie zonder ongeval binnen 11 jaar een ‘glanzende carrière’ gehad binnen de directie van een wereldwijd opererende organisatie. De verzekeraar las het rapport anders. Volgens hen lag in de hypothetische situatie zonder ongeval een ander carrièreverloop meer voor de hand.
Betrokkene verzoekt de rechtbank in deelgeschil om uit te gaan van zijn interpretatie van het rapport. Hierin gaat de rechtbank niet mee. Sterker nog, de rechtbank knoopt aan bij de opmerking van de arbeidsdeskundige, dat de focus van betrokkene gelet op zijn studierichting (International studies aan de faculteit Geesteswetenschappen), persoonlijkheid (idealistisch karakter) en voorkeuren in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebben gelegen in een sector met een lager salarisniveau dan betrokkene als uitgangspunt voor het verlies aan verdienvermogen wenst te hanteren. Het tegenverzoek van de verzekeraar, om aan te sluiten bij dit lagere salarisniveau, wordt toegewezen.
De rechtbank herhaalt de hoofdregel dat partijen gebonden zijn aan de uitkomsten van een gezamenlijke expertise, tenzij er zwaarwegende en steekhoudende bezwaren bestaan tegen (de inhoud of wijze van totstandkoming van) het deskundigenrapport. Van dergelijke omstandigheden was volgens de rechtbank in dit geval geen sprake.
Deze uitspraak laat zien dat ook toekomstig verlies aan verdienvermogen in beginsel zo concreet mogelijk berekend dient te worden. In casu betekende dat, dat gelet op de studierichting, persoonlijkheid en voorkeuren van betrokkene een ‘glanzende carrière’ binnen een wereldwijd opererende organisatie niet erg waarschijnlijk was.
Wilt u hier meer over weten, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Uitleg rapport arbeidsdeskundige