Gerechtshof Den Haag 22 oktober 2019
Een uroloog heeft ondanks diverse CT-scans van de nier van de betrokkene gemist dat sprake was van een tumor. Toen de tumor enkele jaren later door een andere arts wel werd ontdekt was er geen kans meer op genezing. De erfgenamen zijn een deelgeschil gestart om vergoeding van immateriële schade te verkrijgen. In eerste aanleg heeft de rechter het smartengeld bepaald op € 200.000,-. De verzekeraar heeft hoger beroep ingesteld.
Het hof overweegt dat de rechter bij de begroting van het smartengeld rekening dient te houden met alle omstandigheden, waaronder enerzijds de aard van de aansprakelijkheid en anderzijds de aard van het letsel, de pijn, de duur en de intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde die voor de betrokkene het gevolg is van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust. Tevens dient de rechter te letten op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend en de (gewijzigde) maatschappelijke opvattingen over de compensatie van leed. Er is geen rechtsregel die de rechter belet mede acht te slaan op de ontwikkelingen in andere landen met betrekking tot de toegekende bedragen, zij het dat deze ontwikkelingen niet beslissend kunnen zijn voor de in Nederland toe te kennen bedragen.
In het kader van de aard van de aansprakelijkheid verenigt het hof zich met het oordeel in eerste aanleg dat sprake is van ernstige verwijtbaarheid. De uroloog heeft opeenvolgende fouten gemaakt door meerdere scans onjuist te beoordelen. Het hof acht het aannemelijk dat bij de benadeelde sprake was van een ernstig geschokt rechtsgevoel. Er zijn in een periode van 2,5 jaar een vijftal scans gemaakt en bij een juiste diagnose had zij een goede overlevingskans gehad. Het is tevens aannemelijk dat de benadeelde niet heeft kunnen verteren dat de uroloog haar lange tijd onterecht gerust heeft gesteld. Dat er sprake is van een verzekering is geen factor voor een verhoging van het bedrag. Een smartengeldvergoeding van € 135.000,- wordt billijk geacht.
Er is in Nederland al langere tijd discussie over de hoogte van het smartengeld. Bedragen zouden – zeker in vergelijking met landen om ons heen – te laag zijn. Het hof slaat bij de begroting van het smartengeld acht op deze maatschappelijke discussie.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
Smartengeld na medische misser