Aannemer aansprakelijk ondanks zorgvuldig voorbereide en uitgevoerde werkzaamheden?
De Hoge Raad heeft een bijzondere uitspraak gewezen door ondanks het ontbreken van een fout toch aansprakelijkheid aan te nemen, en overweegt daartoe het volgende.
De eigenaar van een pand en de door hem ingeschakelde aannemer zijn aansprakelijk gesteld door de eigenaar en gebruikers van het naastgelegen pand. Door het ‘afzinken’ van de kelder van eerstgenoemd pand is namelijk schade ontstaan aan het naastgelegen pand.
De Hoge Raad oordeelt dat ook wanneer de aannemer bij de voorbereiding en uitvoering van de bouwwerkzaamheden voldoende maatregelen heeft getroffen ter voorkoming van schade aan zaken van derden en de werkzaamheden op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd, zij aansprakelijk kan zijn voor de schade die de ‘buren’ door de bouwwerkzaamheden hebben geleden.
De Hoge Raad overweegt in dat verband dat aan de bouwwerkzaamheden een aanmerkelijk risico verbonden was dat aan het pand van de buren schade zou worden toegebracht, ook indien maatregelen ter voorkoming van schade werden getroffen en de werkzaamheden zorgvuldig werden uitgevoerd. Als dit risico zich vervolgens verwezenlijkt, kan niet zonder meer worden aanvaard dat de buren de daardoor veroorzaakte schade dienen te dragen.
Relevant hierbij is dat (i) de werkzaamheden in het belang van (de opdrachtgever van) de aannemer werden uitgevoerd en voor de buren geen voordeel opleverden; (ii) de schade van de buren niet zonder meer behoort tot hetgeen door een derde in het maatschappelijk verkeer moet worden geduld bij bouwwerkzaamheden van een ander en (iii) het eerder op de weg van de aannemer lag om zich te verzekeren voor dergelijke situaties.
Deze uitspraak is opmerkelijk, nu de aannemer niets fout heeft gedaan. Toch kan dit volgens de Hoge Raad onder de genoemde omstandigheden een onrechtmatige daad opleveren die verplicht tot vergoeding van de schade. Hoewel opmerkelijk, zou het in deze situatie tegelijkertijd ook niet redelijk voelen als de buren met de schade zouden blijven zitten.
De uitspraak heeft wel wat weg van het leerstuk van nadeelcompensatie in het bestuursrecht. Ook zou een vergelijking kunnen worden gemaakt met de vergoedingen die bij mijnbouwschade worden toegekend (hoewel de grondslag daarvoor, anders dan in deze zaak, een risicoaansprakelijkheid is).
Lees de uitspraak hier.