Kan een advocaat zich verweren met een beroep op de klachtplicht bij een beroepsfout die het gevolg is van nalatigheid?
Hoge Raad 15 oktober 2021
In dit arrest staat de vraag centraal of een advocaat zich kan verweren met een beroep op de klachtplicht als de beroepsfout bestaat uit het niet verrichten van een overeengekomen prestatie.
In dit geval heeft een advocaat voor zijn (toenmalige) cliënten een derde aansprakelijk gesteld voor door hen geleden en nog te lijden schade, zonder op enig moment de verjaring van de schadevergoedingsvordering te stuiten. De cliënten menen dat uit de overeenkomst van opdracht met de advocaat voortvloeit dat de advocaat de belangen van zijn cliënten behartigt. Het niet stuiten van de verjaring moet worden gezien als het in het geheel niet verrichten van een prestatie die in deze overeenkomst besloten ligt. Volgens de cliënten is er daarom sprake van een beroepsfout.
Door het tijdsverloop hoopt de advocaat zich te kunnen verweren met een beroep op de klachtplicht ex. art. 6:89 BW. Het hof gaat hierin mee. De Hoge Raad is het daar niet mee eens.
Volgens de Hoge Raad strekt de klachtplicht ertoe de schuldenaar die een prestatie heeft verricht te beschermen, omdat hij erop moet kunnen rekenen dat de schuldeiser tijdig de kwaliteit van de prestatie onderzoekt en tijdig klaagt over eventuele gebreken daarin.
In deze uitspraak beslist de Hoge Raad dat de beroepsbeoefenaar geen beroep kan doen op de klachtplicht in het geval hij heeft nagelaten een overeengekomen prestatie te verrichten (een bevestiging van HR 23 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3531).
Deze uitspraak leert dat de reikwijdte van de klachtplicht grenzen kent: voor een beroep op art. 6:89 BW is daadwerkelijk handelen van de beroepsbeoefenaar vereist. Daarvan mag de beroepsbeoefenaar verwachten dat zijn cliënt de kwaliteit onderzoekt. Voor nalatigheid – ook al levert dat een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst op – geldt dit niet.
Hieruit volgt dat de advocaat die bewust besluit niet te handelen (zoals het niet instellen van hoger beroep), er goed aan doet dit expliciet aan zijn cliënt mee te delen, zodat het niet handelen kwalificeert als een prestatie waarvan hij mag verwachten dat de cliënt de kwaliteit onderzoekt. Doet hij dat niet en laat hij na een overeengekomen prestatie te verrichten, dan zal hij zich achteraf niet kunnen verweren met een beroep op de klachtplicht.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Reikwijdte klachtplicht voor beroepsbeoefenaren