Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 november 2018
Na een door verzekerde gemelde diefstal van zijn auto doet de verzekeraar onderzoek. Daaruit blijkt dat verzekerde (onder meer) onjuiste informatie heeft verstrekt over de waarde van de auto na de diefstal en dat hij bij de aanvraag van de verzekering niet gemeld heeft dat hij eerder veroordeeld is voor uitkeringsfraude.
Nadat de kantonrechter had geoordeeld dat verzekerde er kennelijk op uit is om een hogere uitkering te verkrijgen van verzekeraar en verzekeraar aldus te benadelen, is verzekerde in hoger beroep gegaan. Daarbij richt hij zijn grieven met name op de grond voor het verval van recht op uitkering dat hij bij het aangaan van de verzekering verzekeraar niet juist of volledig zou hebben geïnformeerd (7:930 lid 5 BW). Het hof oordeelt dat verzekerde hier alleen belang bij heeft als de andere grond voor het niet uitkeren, het onjuist informeren na het schadevoorval (7:941 BW), overeind blijft. Daarover heeft verzekerde echter niets, althans te weinig, ingebracht. De grieven worden afgewezen.
Wilt u hier meer over weten? Neem dan contact op met Frits van der Woude via Frits.van.der.Woude@kvdl.com
Klik hier voor de uitspraak:
Opzet tot misleiden bij autoverzekering
Opzet tot misleiden bij autoverzekering
22 november 2018