Ruimte voor omkeringsregel of proportionele aansprakelijkheid?
Dit arrest illustreert de (on)bruikbaarheid van de omkeringsregel en het leerstuk van proportionele aansprakelijkheid bij causaliteitsonzekerheid in een concrete zaak.
Begin 2018 is er brand uitgebroken in een loods. De ene helft van deze loods was in eigendom van geïntimeerde, in welk gedeelte de brand is ontstaan. De andere helft was in eigendom en/of werd gebruikt door appellanten. Beide delen van de loods zijn door de brand volledig verwoest. Appellanten menen dat geïntimeerde aansprakelijk is voor de schade die zij hebben geleden. Maar, kenmerkend aan deze zaak is dat de oorzaak van de brand niet is te achterhalen en dat ook de exacte plaats van het ontstaan van de brand niet is aan te wijzen. Dit levert een causaliteitsprobleem op voor appellanten.
Tegen deze achtergrond doen appellanten onder meer een beroep op de omkeringsregel. Een geslaagd beroep op de omkeringsregel zou ertoe leiden dat het causaal verband tussen de gestelde normschending en de schade voorshands zou worden aangenomen, behoudens door geïntimeerde te leveren tegenbewijs. Het hof verwerpt dit beroep echter en overweegt daartoe onder meer dat geïntimeerde reeds op voorhand voldoende tegenbewijs heeft geleverd, zodat aan toepassing van de omkeringsregel niet wordt toegekomen.
Verder doen appellanten nog een beroep op het leerstuk van proportionele aansprakelijkheid. Dit leerstuk kan worden toegepast indien sprake is van twee (of meer) oorzaken – waarvan er (tenminste) één aansprakelijkheid schept – die ieder voor zich (dan wel in onderlinge combinatie) de schade konden veroorzaken en die zich tegelijk voordeden. Nu niet is komen vast te staan dat de schade kan zijn veroorzaakt door gevaarzettend handelen van geïntimeerde of een gebrekkige toestand van het deel van de loods van geïntimeerde, verwerpt het hof ook dit beroep.
Lees het arrest hier.