Wanneer is sprake van misbruik van de bevoegdheid tot termijnstelling?
Hoge Raad 13 november 2020
Nadat een aluminiumproducent failliet is gegaan ontstaat er een geschil over aluminium dat zich nog in de ovens van de fabriek bevond. De pandhouder (X) heeft na het faillissement tevergeefs getracht zijn pandrecht op het aluminium uit te oefenen. Volgens de Hoge Raad hebben de curatoren onrechtmatig gehandeld jegens X door op grond van art. 58 Fw een termijn te stellen voor de executie van het pandrecht en door het stellen van onredelijke voorwaarden aan X, waardoor het X als pandhouder onmogelijk werd gemaakt om het aluminium te verwijderen en te veilen. Dit handelen kwalificeert volgens de Hoge Raad als misbruik van bevoegdheid.
Ook wanneer de pandgever failliet gaat kan de pandhouder zijn pandrecht uitoefenen. Curatoren kunnen de pandhouder op grond van art. 58 Fw een termijn stellen om tot uitoefening van het pandrecht over te gaan. Dit zal in de regel niet snel misbruik van bevoegdheid opleveren. Maar, omdat de curatoren in het kader van die termijnstelling in dit geval onredelijke voorwaarden hadden gesteld waardoor de uitoefening van het pandrecht werd belemmerd, was daarvan wel sprake. Dit leidt in dit arrest tevens tot de conclusie dat door de curatoren onrechtmatig was gehandeld.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Onrechtmatig handelen curatoren jegens pandhouder