Letsel door vuurwerk op een bedrijfsfeest
Gerechtshof Amsterdam 7 januari 2020
Tijdens een afscheidsfeest van een collega in een bedrijfskantine werd één van de aanwezigen (X) door een vriend (Y) opgehaald om naar huis te gaan. Y had vuurwerk van het type ‘Cobra 6’ bij zich dat hij aan X liet zien. X heeft het vuurwerk vervolgens uit de handen van X gepakt en mee naar binnen genomen. Daar heeft de benadeelde het vuurwerk afgestoken. Hij slaagde er niet in om het tijdig naar buiten te gooien, waarna het vuurwerk in zijn hand is geëxplodeerd. Hierdoor heeft de benadeelde een groot deel van zijn rechterhand verloren. Hij stelt Y aansprakelijk voor zijn schade. De rechtbank heeft geoordeeld dat Y onrechtmatig heeft gehandeld door zeer zwaar (illegaal) vuurwerk mee te nemen naar een bedrijfsfeest waar veel alcohol werd gedronken. Daarbij was volgens de rechtbank wel sprake van eigen schuld van de benadeelde. Y heeft hoger beroep ingesteld.
Het hof neemt in aanmerking dat Y ervan op de hoogte was dat de Cobra 6 in Nederland illegaal is. Hij wist ook dat de Cobra 6 zeer zwaar vuurwerk is en dat het ondeskundig afsteken ervan tot ernstig letsel of grote schade kan leiden. Y wist dat X gedronken had en wist of kon weten dat op het feest gedronken werd. Y heeft het desondanks laten gebeuren dat hij de controle over het vuurwerk verloor. Hij heeft geen poging ondernomen om het vuurwerk terug te krijgen. Op hem rustte echter in de gegeven omstandigheden de verplichting tot zorg en oplettendheid. Aan de hand van de kelderluikcriteria komt het hof tot het oordeel dat Y aansprakelijk is voor de schade van de benadeelde.
Echter is relevant dat de benadeelde zelf aan het ontstaan van de schade heeft bijgedragen. In het kader van de causaliteitsafweging op grond van art. 6:101 BW komt het hof tot het oordeel dat partijen in gelijke mate hebben bijgedragen aan het ontstaan van de schade. Op grond van de billijkheidscorrectie blijft echter 90% van de schade voor rekening van de benadeelde. De ernst van het letsel en de gevolgen daarvan heeft de benadeelde in overwegende mate aan zichzelf te wijzen. Zijn gevaarzettende gedrag weegt in het kader van de billijkheidscorrectie veel zwaarder dan het foutieve gedrag van Y.
Wanneer sprake is van eigen schuld van een benadeelde wordt aan de hand van art. 6:101 BW bepaald welk percentage van de schade voor eigen rekening blijft. Eerst zal door middel van de causaliteitsmaatstaf bepaald worden in welke mate partijen aan het ontstaan van de schade hebben bijgedragen. Dit percentage kan vervolgens aan de hand van de billijkheidscorrectie gecorrigeerd worden waardoor toch een kleiner of groter percentage van de schade voor rekening van de aansprakelijke partij komt. In dit geval was er voldoende reden om de benadeelde de schade in hoge mate zelf te laten dragen.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Letsel door vuurwerk op een bedrijfsfeest