Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 oktober 2019
Bedrijf X B.V. least een BMW. De directeur grootaandeelhouder (DGA) van X B.V. gebruikte de BMW. Na het faillissement van X B.V. ontstaat een geschil tussen de DGA en curator over het eigendom van de BMW. De rechtbank oordeelt dat de BMW tot de boedel behoort en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De curator verkoopt de auto. In hoger beroep oordeelt het hof dat de auto eigendom is van eiser. De vraag die vervolgens opkomt is of een curator persoonlijk aansprakelijk is wanneer hij een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis heeft geëxecuteerd dat in hoger beroep wordt vernietigd.
Het hof stelt voorop dat de curator behoort te handelen zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende ervaring en inzicht beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzicht verricht. Indien de curator bij zijn taakuitoefening niet is gebonden aan regels, komt hem een ruime mate van beleidsvrijheid toe. Bij het te gelde maken van actief van de boedel komt de curator de hier bedoelde beleidsvrijheid toe. De vraag die voorligt is of de curator in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot de betreffende gedragslijn kon komen. Bij deze toetsing past terughoudendheid. Voor persoonlijke aansprakelijkheid is immers vereist dat de curator persoonlijk een verwijt kan worden gemaakt. Daarvoor is vereist dat de curator heeft gehandeld terwijl hij het onjuiste van zijn handelen inzag dan wel behoorde in te zien.
Het hof oordeelt dat de curator in beginsel voortvarend dient op te treden, zeker als het gaat om zaken die aan waardedaling onderhevig zijn, zoals auto’s. Daarom mocht de curator – zeker met een executoriale titel – de BMW verkopen. De DGA heeft geen bijzondere omstandigheden aangedragen die dit oordeel anders zouden kunnen maken. Het feit dat er weinig actief in de boedel zat is niet voldoende voor een ander oordeel. Behoudens bijzondere omstandigheden, die hier niet zijn aangevoerd, leidt executie van een later vernietigd vonnis niet tot aansprakelijkheid van de curator pro se. Het hoger beroep van eiser faalt daarom.
De Hoge Raad heeft jaren geleden bepaald dat voor de persoonlijke aansprakelijkheid van een curator een hoge drempel geldt. Zijn taak is namelijk erg lastig en deze moet hij onder grote tijdsdruk uitvoeren. Het is begrijpelijk dat het verkopen van een BMW na het behalen van een executoriale titel niet voldoende is voor een ‘voldoende ernstig persoonlijk verwijt’. Daarvoor is echt meer nodig.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
Curator aansprakelijkheid voor verkoop na uitvoerbaar verklaard vonnis dat later vernietigd wordt?
Is curator aansprakelijk voor verkoop BWM die toch niet tot de boedel bleek te behoren?
28 november 2019