Wie moet bekend zijn met de gedragingen waaruit een (mogelijke) aanspraak zou kunnen voortvloeien?
Rechtbank Rotterdam 30 maart 2022
In deze uitspraak staat de inloopdekking onder een beroepsaansprakelijkheidsverzekering centraal. Een ziekenhuis wordt door vier patiënten aansprakelijk gehouden voor schade die is ontstaan door ondeugdelijke medische behandelingen die hebben plaatsgevonden vóór de ingangsdatum van de verzekering.
Uit de bepalingen van de verzekeringsovereenkomst blijkt dat het hier gaat om een zogenaamde claims-made polis. In dit geval dekt de verzekeringsovereenkomst het inlooprisico voor aanspraken die voortvloeien uit een handelen of nalaten dat heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de ingangsdatum van de verzekering, indien en voor zover verzekerde met dit handelen en nalaten niet bekend was en ook niet behoorde te zijn. Onder handelen of nalaten moet, zo blijkt uit de bewoordingen van de polis, worden verstaan ‘een gedraging van verzekerde waaruit waarschijnlijk een aanspraak voortvloeit (…).’
De verzekeraar wijst dekking af omdat medewerkers (met name de behandelend artsen) van het ziekenhuis voor de ingangsdatum van de verzekering bekend waren dan wel behoorden te zijn met gedragingen waaruit waarschijnlijk een of meerdere aanspraken op schadevergoeding zouden voortvloeien.
Het ziekenhuis is daarentegen van mening dat de aanspraken zijn gedekt onder het inlooprisico van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Volgens het ziekenhuis is namelijk van belang dat de benadeelden niet de artsen maar het ziekenhuis zelf aanspreken en dat zowel de afdeling juridische zaken als de raad van bestuur van het ziekenhuis niet bekend waren (en dat in de ogen van het ziekenhuis ook niet behoefden te zijn) met de relevante gedragingen.
De rechtbank concludeert dat de verzekeraar de dekking terecht heeft afgewezen. Doorslaggevend is dat in de relevante bepaling in de verzekeringsovereenkomst wordt verwezen naar bekendheid van een verzekerde en dat daaronder (blijkens de polis) ook medewerkers van het ziekenhuis worden verstaan. Bovendien oordeelt de rechtbank dat zelfs indien bekendheid van het ziekenhuis vereist was, het voor zijn risico komt dat de interne communicatie ten aanzien van (mogelijke) beroepsfouten op orde is.
Deze uitspraak benadrukt (nog maar eens) het belang van de bewoordingen van de verzekeringsovereenkomst. Verder leert de uitspraak dat de arts die bekend is met een gedraging waaruit een aanspraak op schadevergoeding kan voortvloeien, er verstandig aan doet dat aan de organisatie van het ziekenhuis mede te delen.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Inloopdekking (medische) beroepsaansprakelijkheidsverzekering