Zijn de gezondheidsklachten voldoende gespecificeerd?
In het kader van de Wet werk en bijstand hebben dertig personen in de periode 2004 tot en met 2010 deelgenomen aan het re-integratieproject “tROM-project” van de gemeente Tilburg. Gedurende dit project werden diverse taken uitgevoerd, waaronder restauratiewerk aan oude treinstellen op het terrein van NedTrain B.V. Deze dertig personen stellen NedTrain aansprakelijk voor gezondheidsschade wegens blootstelling aan chroom-6 tijdens de werkzaamheden.
In eerste aanleg had de kantonrechter de vorderingen toegewezen. Het hof wijst de vorderingen in hoger beroep integraal af omdat niet aan de eis tot specifieke bewijsvoering is voldaan. NedTrain heeft betwist dat de deelnemers in relevante mate zijn blootgesteld aan chroom-6 en dat zij daardoor gezondheidsklachten (kunnen) hebben. NedTrain heeft haar betwistingen onderbouwd met verwijzingen naar het RIVM-rapport, waaruit blijkt dat de kans op gezondheidsschade als gevolg van blootstelling aan chroom-6 mede afhankelijk is van de aard, intensiteit, de frequentie en de duur van de blootstelling.
De deelnemers hebben enkel gesteld dat ze allemaal gedurende een bepaalde periode aan het tROM-project hebben gewerkt, zonder specifiek aan te geven hoelang en in welke periode(s) individueel werk is verricht. Bovendien hebben ze alleen algemene klachten genoemd waar zij gezamenlijk onder lijden, zonder specifieke gezondheidsklachten per individu te vermelden, en zijn er geen medische documenten ingediend ter ondersteuning. Deelnemers hebben dit bewust nagelaten. De stellingen dat de concretisering van de gezondheidsklachten voor deelnemers teveel werk zou zijn en uit privacyoverwegingen onwenselijk, worden door het hof niet gevolgd.
Verder hebben de deelnemers verwezen naar de Defensie-zaak, waarin werd geoordeeld dat de enkele mogelijkheid van gezondheidsschade bij blootstelling aan chroom-6 al voldoende is. Het hof volgt deelnemers niet in die redenering. In die zaak is namelijk gebruikgemaakt van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel. Die regel kan niet worden toegepast indien slechts kan worden aangetoond dat blootstelling aan chroom-6 in het algemeen bepaalde gezondheidsschade kan veroorzaken.
Gelet op de gemotiveerde betwistingen door NedTrain kan niet zonder meer, in zijn algemeenheid, worden geoordeeld dat iedere deelnemer tijdens zijn/haar werkzaamheden op het project in relevante mate aan chroom-6 is blootgesteld. Het hoger beroep van NedTrain slaagt.
De arbeidsrechtelijke omkeringsregel houdt in dat het aan de werknemer is om aan te tonen dat hij gedurende het uitvoeren van zijn werkzaamheden is blootgesteld aan gevaarlijke omstandigheden en (gezondheid)schade lijdt. Voor de inwerkingtreding van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel dient de werknemer dus te bewijzen dat hij gezondheidsschade heeft geleden. Daarvoor is nodig dat per geïntimeerde voldoende concreet wordt gesteld en onderbouwd dat er in relevante mate blootstelling heeft plaatsgevonden en dat er sprake is van concrete gezondheidsklachten, die de blootstelling als mogelijke kennen.
In deze zaak oordeelt het hof dat er geen aanleiding is om de arbeidsrechtelijke omkeringsregel toe te passen. Een aantal deelnemers had weliswaar gezondheidsklachten die het gevolg kunnen zijn van blootstelling aan chroom-6, maar van alle gemelde klachten gold dat deze ook andere oorzaken kunnen hebben. Bovendien kon op basis van de stellingen van de deelnemers niet zonder meer worden geoordeeld dat iedere deelnemer tijdens zijn / haar werkzaamheden aan het project (in relevante mate) aan chroom-6 was blootgesteld.
Deze uitspraak laat zien dat ook bij een bundeling van verschillende vorderingen in een beroepsziektezaak, het van belang is om per individuele eiser zo concreet mogelijk te stellen en te onderbouwen dat sprake is geweest van (relevante) blootstelling aan voor de gezondheid schadelijke werkomstandigheden en van gezondheidsklachten, die daardoor kunnen worden veroorzaakt.
Gerechtshof Den Haag 13 februari 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:314