Geen dekking bij excedentverzekeraar omdat primaire verzekering niet is uitgeput
Gerechtshof Amsterdam 17 maart 2020
In een groot bestuurdersaansprakelijkheids- en dekkingsgeschil hadden verzekerden (een rechtspersoon en diens bestuurders en commissarissen) een schikking getroffen met de primaire verzekeraar tegen 50% korting op de verzekerde limiet (die in totaal EUR 25 miljoen bedroeg). Tegelijkertijd schikten verzekerden met claimanten tegen betaling van in totaal EUR 25 miljoen. Dit bedrag werd dus voor 50% door de verzekeraar betaald en 50% zou door de rechtspersoon zelf worden betaald. Vervolgens ging de verzekerde rechtspersoon failliet.
Drie verzekerde commissarissen vragen in kort geding dekking voor kosten van verweer in de verschillende claims die na het faillissement volgden. Het beroep van de verzekeraar op het in de polis overeengekomen arbitragebeding wordt verworpen, nu art. 6 EVRM meebrengt dat van de mogelijkheid om voor de civiele rechter te procederen uitdrukkelijk en vrijwillig afstand moet worden gedaan. Het feit dat het beding in de (door de rechtspersoon geaccepteerde) voorwaarden stond was hiervoor volgens het hof niet voldoende. Het hof interpreteert vervolgens de dekkingsomschrijving in de excedentverzekering en komt tot de conclusie dat onder deze omstandigheden de limiet van de primaire verzekering niet is uitgeput, waardoor geen dekking bestaat onder de excedentverzekering. De vordering wordt dus afgewezen.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Geen dekking bij excedentverzekeraar omdat primaire verzekering niet is uitgeput