Heeft het hof het onderscheid tussen de causaliteitsafweging en de billijkheidscorrectie miskend?
Hoge Raad 16 oktober 2020
Bij de productie van anticonceptiepillen ontstaat suikerwater met synthetische hormonen. Dit water is terecht gekomen in varkensvoer. Een varkenshouder heeft dit voer aan zijn varkens gevoerd. De varkens zijn daardoor aangemerkt als ongeschikt voor menselijke consumptie. De varkenshouder heeft een verklaring voor recht gevorderd dat de producent aansprakelijk is voor de door hem geleden schade.
Het hof heeft voor recht verklaard dat de producent onrechtmatig heeft gehandeld door zich op onzorgvuldige wijze te ontdoen van de afvalstof. De schade dient volgens het hof echter ook voor een aanmerkelijk deel voor rekening van de varkenshouder te blijven nu door hem niet de vereiste zorgvuldigheid was betracht. Alle omstandigheden in aanmerking genomen, waaronder de ernst en de verwijtbaarheid van de fouten/nalatigheden aan weerszijden, brengt het hof 30% van de schade voor rekening van de producent en 70% voor eigen rekening van de varkenshouder.
Volgens de varkenshouder heeft het hof met dit oordeel onvoldoende inzicht gegeven in hoeverre naar zijn oordeel sprake is van, enerzijds, een causale verdeling en, anderzijds, een billijkheidscorrectie. De Hoge Raad overweegt echter dat hij uit het oordeel van het hof opmaakt dat het hof zowel de causaliteitsafweging heeft verricht als de billijkheidscorrectie heeft toegepast, en in dat laatste verband de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten en de overige omstandigheden van het geval in zijn oordeelsvorming heeft betrokken. Mede in het licht van hetgeen partijen in dit verband hebben aangevoerd, acht de Hoge Raad dit oordeel voldoende inzichtelijk gemaakt.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Eigen schuld benadeelde: juiste toepassing van art. 6:101 BW?