“Te gecomprimeerde en ingewikkelde” polis komt voor rekening en risico van landbouwmaterieelverzekeraar. Geen dekking onder bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 april 2024
Een verzekerde heeft in 2019 haar perceel landbouwgrond omgewoeld met een tractor met aangekoppelde cultivator (een landbouwwerktuig met kromme tanden). Ongemerkt zijn toen op meerdere plaatsen drainagebuizen kapotgetrokken. Het perceel is vervolgens verhuurd/verpacht aan een tulpenkwekerij, die daarop tulpenbollen heeft gepoot voor bollenvermeerdering. De bollenoogst is echter verloren gegaan doordat de grond ter plaatse van de beschadigde en dichtgeslibde drainagebuizen te vochtig was. Uit onderzoek van een expert blijkt dat overtollig regenwater niet kon worden afgevoerd doordat de drainage was stukgetrokken. De schade wegens de verloren gegane bollenoogst en de kosten van het doorspuiten van de drainage zijn door de expert op een bedrag van € 79.633 geraamd. De tulpenkwekerij heeft de verzekerde voor deze schade aansprakelijk gesteld.
De verzekerde had ten behoeve van zijn bedrijfsactiviteiten bij verschillende verzekeraars een landbouwmaterieelverzekering (WLM) en een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (AVB) afgesloten. Beide verzekeraars hebben geweigerd dekking te verlenen voor de schade waarvoor de verzekerde door de tulpenkwekerij aansprakelijk was gesteld. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in zijn arrest de dekking onder beide verzekeringen beoordeeld. De overwegingen die het hof in dat kader maakt, zijn het bespreken waard.
Wel dekking onder de landbouwmaterieelverzekering
Op basis van artikel 2.1. van de landbouwmaterieelverzekering is gedekt de aansprakelijkheid van de verzekerde voor door met een verzekerd object veroorzaakte letselschade of materiële schade én schade die daaruit voortvloeit.
Dat sprake is van materiële schade aan de tulpenbollen staat, aldus het hof, buiten kijf. Anders dan de rechtbank, overweegt het hof dat niet enkel sprake is van verminderde c.q. tegenvallende groei, maar ook van “verzopen bollen” en dus van materiële schade. Alleen al hierom is de schade onder de landbouwmaterieelverzekering gedekt.
Aanvullend overweegt het hof dat, voor zover geen sprake zou zijn geweest van materiële schade aan de tulpenbollen, de door de tulpenkwekerij gevorderde schade is aan te merken als schade die voortvloeit uit de materiële schade die de verzekerde met zijn tractor en de aangekoppelde cultivator had veroorzaakt aan de drainagebuizen.
Opmerkelijk is dat het hof – ten overvloede, nu deze schade niet wordt gevorderd – overweegt dat ook de materiële schade aan de drainagebuizen is gedekt onder de aansprakelijkheidsrubriek van de landbouwmaterieelverzekering. In artikel 2.1.2 van de landbouwmaterieelverzekering is bepaald dat de verzekeraar ook vergoedt “schade aan zaken waarvan de verzekeringnemer bezitter of houder is, indien deze wordt toegebracht met of door een verzekerd werkmaterieelobject”. De verzekerde hoefde, aldus het hof, niet te begrijpen dat hieronder niet werd verstaan zaken die in eigendom toebehoren aan de verzekerde.
Het hof rekent het de verzekeraar aan dat deze in de polis een te gecomprimeerd en ingewikkeld “spoorwegemplacement” heeft gecreëerd “waarin de verschillende afslagen niet of nauwelijks te voorzien zijn”. Daardoor zou het voor een verzekerde zonder specialistische kennis niet meer duidelijk zijn wat wel of niet van dekking zou zijn uitgesloten. De betrokkenheid van de verzekeringstussenpersoon aan de zijde van de verzekerde maakt dat niet anders. Ook deze hoefde niet anders te begrijpen dan de verzekerde zelf.
Geen dekking onder de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering
Onder de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering is uitgesloten de aansprakelijkheid voor schade met of door een motorrijtuig of het daar aan bevestigde werktuig.
Het hof buigt zich over de vraag wat heeft te gelden als de schadeveroorzakende gebeurtenis. De verzekerde stelt dat de schade is veroorzaakt door ongeschiktheid van het land. De verzekeraar stelt daarentegen dat de schade is ontstaan door het kapottrekken van de drainagebuizen met of door een motorrijtuig. Dat zou de dominante oorzaak van de schade zijn. De ongeschiktheid van het land zou daarop zijn terug te voeren en daaraan zou geen zelfstandige betekenis meer moeten toekomen.
Het hof overweegt dat de door de verzekeraar bepleitte toepassing van de zogenaamde dominant cause-leer niet zonder meer het uitgangspunt is bij het beoordelen of een voor dekking vereist oorzakelijk verband aanwezig is. Dat blijkt uit de asr/Bosporus en Supercell II-arresten van de Hoge Raad.
Vervolgens overweegt het Hof dat de aard van de AVB-polis meebrengt dat de verzekeringnemer de mogelijkheid heeft gehad om per object en per evenement voor een bepaalde dekking te kiezen. In dit geval is niet gekozen voor de Rubriek Verkeer, maar wel voor de rubriek Aansprakelijkheid. Hierin is de Uitsluiting Motorrijtuigen opgenomen. Het hierin opgenomen oorzaakbegrip zou, aldus het hof, moeten worden toegepast volgens toerekening naar redelijkheid als bedoeld in artikel 6:248 lid 1 BW, in het licht van de aard van de verzekering.
Op basis van i) de uitdrukkelijke uitsluiting in de polis van zowel het rij- als werkrisico, ii) de expliciete vermelding dat de polis niet geldt als vervanging van (onder meer) een landbouwwerktuigenverzekering, iii) het feit dat de verzekerde heeft afgezien van het meeverzekeren van de Rubriek Verkeer en iv) het feit dat AVB-polissen naar hun aard bedoeld zijn voor bedrijfsrisico’s en juist niet voor motorrijtuigrisico’s, komt het hof tot de slotsom dat de verzekeraar niet is gehouden tot het verlenen van dekking.
Het is interessant dat het hof de zogenaamde leer van de redelijke toerekening als causaliteitsleer lijkt toe te passen. Jammer is dat het hof de keuze daarvoor niet expliciet toelicht. Het hof komt vervolgens echter wel tot een oordeel aan de hand van uitleg van de verzekeringsovereenkomst, mede op basis van de inhoud en de strekking ervan. Dat is zoals het door de Hoge Raad al in het Hogenboom/Unigarant-arrest (ECLI:NL:HR:1993:ZC1045) is voorgeschreven en het biedt de praktijk wellicht meer houvast voor toekomstige gevallen.
Deze teaser is geschreven door Rosalinde Montulet