Als gevolg van de corona-crisis hebben veel werkgevers te maken met een terugval in de omzet, terwijl de loonkosten gelijk blijven. Sinds 6 april 2020 kunnen werkgevers een loonkostensubsidie aanvragen op basis van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (Hierna: “NOW”). Doel van de regeling is om werknemers in dienst te houden.
Op onze website verschenen eerder blogs over de NOW-regeling en de daarin aangebrachte wijzigingen. In die blogs leest u onder meer aan welke voorwaarden werkgevers moeten voldoen om voor subsidiëring op basis van de NOW in aanmerking te komen en hoe wordt bepaald hoeveel subsidie een werkgever krijgt.
Veel werkgevers hebben niet eerder te maken gehad met het aanvragen van een subsidie. Daarom zetten we in dit blog de belangrijkste subsidierechtelijke aandachtspunten voor u op een rij. Waar moet u als werkgever op letten als u een tegemoetkoming op basis van de NOW aanvraagt?
We lichten eerst kort de systematiek van de subsidieverstrekking in het kader van de NOW toe. Daarna zetten we een aantal aandachtspunten op een rij.
Hoe gaat de subsidieverstrekking in zijn werk?
Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient u (de werkgever) een aanvraag in te dienen. Dat is mogelijk sinds 6 april 2020 en u kunt dit doen tot uiterlijk 31 mei 2020. Nadat u een aanvraag hebt ingediend, toetst het UWV of u voor subsidie in aanmerking komt. U kunt in aanmerking komen voor subsidie wanneer u in een aangesloten periode van drie maanden tussen 1 maart tot en met 31 juli 2020 een omzetdaling van ten minste 20% verwacht. De subsidie dekt maximaal 90% van de loonsom in de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020.
De subsidieverstrekking verloopt in twee fasen. In reactie op uw subsidieaanvraag ontvangt u van het UWV een besluit tot subsidieverlening. In dat besluit deelt het UWV mee of u subsidie ontvangt en ter hoogte van welk bedrag. De subsidie die bij dit besluit wordt verleend wordt (mede) bepaald aan de hand van de door u opgegeven verwachte omzetdaling in een door u gekozen aaneengesloten periode van drie maanden tussen 1 maart 2020 en 31 juli 2020. Bij het besluit tot subsidieverlening wordt ook het voorschot bepaald dat u ontvangt. Dit voorschot bedraagt 80% van het subsidiebedrag dat op basis van uw inschatting over de omzetdaling wordt verleend. Het voorschot wordt betaald in drie termijnen.
Op een later moment moet u vervolgens een tweede aanvraag indienen (zie de aandachtspunten hierna). Bij deze tweede aanvraag verzoekt u het UWV om de subsidie vast te stellen. Daarop ontvangt u van het UWV een tweede besluit, de subsidievaststelling. Bij dit besluit wordt dus pas de definitieve subsidie vastgesteld. Hierbij wordt gekeken naar de daadwerkelijke omzetdaling in de door u bij de subsidieaanvraag opgegeven periode van drie maanden tussen 1 maart 2020 en 31 juli 2020.
Het is belangrijk om u te realiseren dat de subsidie die uiteindelijk wordt vastgesteld lager kan zijn dan het bedrag dat eerder bij de subsidieverlening is bepaald en dat het uitbetaalde voorschot hoger kan zijn dan het uiteindelijke vastgestelde subsidiebedrag. In dat geval zal het teveel betaalde gedeelte worden teruggevorderd. Dat is niet alleen het geval als het omzetverlies lager is dan verwacht, maar ook als u aan de subsidie verbonden verplichtingen niet bent nagekomen. Die verplichtingen houden onder meer in dat u de loonsom zoveel mogelijk gelijk dient te houden, u de subsidie alleen mag aanwenden voor betaling van de loonkosten en u vanaf 18 maart 2020 en gedurende het tijdvak waarover subsidie is verleend geen ontslagaanvraag indient om bedrijfseconomische reden. Is uw omzetverlies hoger dan verwacht, dan hebt u recht op een hogere tegemoetkoming. Voor de precieze voorwaarden voor de subsidieverlening, de subsidieverplichtingen en de manier waarop het subsidiebedrag wordt bepaald verwijzen wij u naar de eerdere blogs op onze website.
Wij merken hier ook nog op dat de NOW subsidie bedoeld is om werkgevers die omzetverlies lijden als gevolg van buitengewone omstandigheden tegemoet te komen in de loonkosten, zodat zij het loon van hun werknemers kunnen doorbetalen (art. 3 NOW). Uit de toelichting bij de NOW blijkt dat het niet alleen om corona gerelateerd omzetverlies hoeft te gaan. Ook omzetverlies als gevolg van bijvoorbeeld een brand in een bedrijf kan als een buitengewone omstandigheid worden aangemerkt. Dit doet echter niet af aan het feit dat ondernemers die omzetverlies verwachten die niet samenhangt met buitengewone omstandigheden er bedacht op moeten zijn dat de regeling daarvoor niet is bedoeld. Hoewel het erop lijkt dat in het kader van de subsidieverlening geen eisen worden gesteld aan de motivering hiervan, kan handelen in strijd met het doel van de NOW er wel degelijk toe leiden dat de subsidie op een later moment lager of zelfs op nihil wordt vastgesteld.
Hierna zetten we enkele aandachtspunten bij (het aanvragen van) een besluit tot (1) subsidieverlening en (2) een besluit tot subsidievaststelling in het kader van de NOW op een rij.
Aandachtspunten bij de subsidieverlening en voorschotten
• Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 mei 2020, via het formulier (website UWV). Het niet tijdig indienen leidt tot afwijzing van de aanvraag. Wij raden u dan ook aan om de aanvraag daarom (ruimschoots) voor het aflopen van de termijn in te dienen.
• Bij de aanvraag dient u de volgende gegevens te verstrekken (artikel 8, lid 4 NOW):
- het loonheffingennummer waarvoor u een aanvraag doet;
- als u na 31 augustus 2019 werktijdverkorting heeft aangevraagd: het dossiernummer van de aanvraag;
- de 3 kalendermaanden tussen 1 maart en 31 juli 2020 waarover u minstens 20% omzetverlies verwacht;
- de verwachte omzetdaling in die periode (uitgedrukt in hele procenten, afgerond naar boven);
- het rekeningnummer waarop u betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt.
• De termijn waarbinnen op uw aanvraag moet worden beslist is 13 weken. De termijn gaat lopen wanneer een volledige aanvraag is ingediend. Dat is dus het geval wanneer u alle benodigde gegevens hebt verstrekt. Het UWV streeft ernaar om binnen 2 tot 4 weken na indiening van de volledige aanvraag een besluit te nemen en het voorschot uit te betalen.
• Als volgens het UWV uw aanvraag niet volledig is, dan krijgt u de mogelijkheid om die binnen 4 weken aan te vullen. Omdat de beslistermijn pas begint te lopen nadat de aanvraag volledig is kan dit ervoor zorgen dat de verleningsbeschikking pas later komt. Het verdient dan ook aanbeveling om ervoor te zorgen dat de aanvraag (meteen) volledig wordt ingediend. Daarnaast is het verstandig om na het indienen van de aanvraag contact op te nemen met het UWV om na te gaan of de aanvraag volledig is. Krijgt u bericht dat uw aanvraag nog moet worden aangevuld? Doe dat dan zo snel mogelijk om (verder) oponthoud te voorkomen.
• Het UWV kan weigeren subsidie te verlenen wanneer een weigeringsgrond van artikel 5 NOW zich voordoet. Dat is onder meer het geval als de omzetdaling van 20% niet of onvoldoende aannemelijk is. Het is echter niet duidelijk hoe het UWV met deze weigeringsgrond om zal gaan. De gegevens die moeten worden ingediend in het kader van aanvraag staan vermeldt in artikel 8 lid 4 NOW. Een bewijsvoering voor de verwachte omzetdaling staat daarin niet genoemd. Ook het formulier, dat blijkens de website van het UWV tezamen met een bankafschrift geüpload dient te worden, bevat geen ruimte om een nadere bewijsvoering hiervoor te geven. Wij verwachten dan ook niet dat het UWV deze weigeringsgrond strikt zal hanteren, maar hoe het UWV hiermee zal omgaan zal nog moeten blijken.
• De subsidie kan naast de in artikel 5 NOW genoemde gronden ook geweigerd worden op een grond genoemd in artikel 4:35 Awb. De subsidie kan op grond van die bepaling onder meer geweigerd worden als de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die zouden hebben geleid tot een onjuiste beschikking. Daarnaast kan de subsidie worden geweigerd als de aanvrager failliet is verklaard, aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard. Dat kan ook al als alleen nog een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend (art. 4:35 lid 2 Awb).
• In het kader van de subsidieverlening worden beslissingen genomen die van belang zijn voor de uiteindelijke subsidieverstrekking. Een belangrijk aandachtspunt is daarom de juistheid van de verleningsbeschikking. Als er fouten zitten in het besluit tot subsidieverlening, dient u daartegen binnen zes weken bezwaar te maken, Als u dat niet tijdig doet, wordt de juistheid van de verleningsbeschikking vaststaand aangenomen, zelfs als er duidelijke gebreken aan kleven.
• Tegen de beslissing op bezwaar staat beroep bij de rechtbank en hoger beroep open. Het is (nog) niet duidelijk welke hogerberoepsrechter (de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State of de Centrale Raad van Beroep) bevoegd is.
Aandachtspunten bij de subsidievaststelling
• Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de omzetdaling is berekend, dient u als werkgever de beschikking tot subsidievaststelling aan te vragen. Ook dat dient u te doen via een formulier op de website van het UWV. Het is belangrijk dat u dit op tijd doet. De toelichting bij de NOW vermeldt dat als niet binnen 24 weken een aanvraag tot vaststelling wordt gedaan, de subsidieverlening wordt ingetrokken. Dat heeft tot gevolg dat het voorschot onverschuldigd is betaald en volledig kan worden teruggevorderd. Het is dus van groot belang om op tijd een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen.
• Bij de aanvraag moet u de gegevens verstrekken die zijn opgesomd in artikel 14, lid 2 NOW, waaronder de definitieve (gegevens over de) omzetdaling inclusief de documentatie waaruit dit blijkt. Het is dan ook van belang om een om een goede administratie bij te houden, waaruit de omzetdaling is af te leiden. Ook moeten een accountantsverklaring en een verklaring dat aan subsidieverplichtingen is voldaan verstrekt worden (zie verder art. 14 NOW).
• Het UWV moet binnen 52 weken op uw aanvraag beslissen. Ook tegen de vaststellingsbeschikking staat (achtereenvolgens) bezwaar, beroep en hoger beroep open. Ook daarvoor geldt dat u de termijnen daarvoor goed in de gaten moet houden.
• Het is van belang goed te kijken naar de aan de subsidie verbonden verplichtingen (artikel 13 NOW). Het niet (geheel) voldoen aan die verplichtingen kan leiden tot een lagere vaststelling van de subsidie.
• Artikel 16 NOW bevat een bepaling ter voorkoming van misbruik. De subsidievaststelling kan worden ingetrokken of gewijzigd, als op enige moment blijkt dat de werkgever tijdens of na de periode waarover hij subsidie heeft ontvangen door zijn handelen of nalaten in strijd heeft gehandeld met het doel van de NOW-regeling. Uit artikel 3 NOW blijkt dat het doel van de regeling is dat werkgevers tegemoet worden gekomen in de betaling van loonkosten “zodat zij werknemers in dienst kunnen houden voor de uren die zij werkten voordat sprake was van deze terugval.” Ook handelen of nalaten in strijd dit doel van de regeling na afloop van de subsidieperiode kan dus nog gevolgen hebben voor de subsidievaststelling.
Voor vragen naar aanleiding van dit artikel kunt u contact opnemen met Jutta Wijmans of Jan van der Grinten.