Hoge Raad 4 oktober 2019
Eiser is medisch specialist die praktijk uitoefende in het door stichting A geëxploiteerde ziekenhuis, wat in 2013 in staat van faillissement is verklaard. Aan het faillissement is een pre-packprocedure voorafgegaan. Curatoren hebben overeenstemming bereikt over een doorstartactie met B. Eiser krijgt een arbeidsovereenkomst aangeboden bij B voor de duur van zes maanden. Gedurende de zes maanden krijgt hij bericht dat na afloop van deze overeenkomst geen arbeidsovereenkomst of toelatingsovereenkomst zal worden aangeboden. Eiser vordert (voor zover in cassatie van belang) dat curatoren persoonlijk worden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding uit hoofde van onrechtmatige daad. Curatoren zouden volgens eiser persoonlijk aansprakelijk zijn voor onrechtmatig handelen, zowel gedurende de pre-packprocedure als daarna. Volgens eiser heeft B als gevolg van het optreden van curatoren de praktijk van eiser niet kunnen toe-eigenen.
Het hof heeft ten aanzien van de vaststelling van de persoonlijke aansprakelijkheid van curatoren overwogen dat de aan te leggen maatstaf de zogeheten Maclou-norm is, waaruit een vrij hoge drempel voor aansprakelijkheid voortvloeit. Eiser is echter van mening dat het hof hierbij de verkeerde maatstaf gebruikt. Voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van personen die optreden als stille bewindvoerders in de periode voorafgaand aan het faillissement, tijdens de pre-pack periode, geldt volgens eiser geen andere zorgvuldigheidsnorm dan die geldt voor advocaten in het algemeen.
De Hoge Raad oordeelt dat de beoogd curator zich moet laten leiden door de belangen van de gezamenlijke schuldeisers en daarbij ook rekening moet houden met maatschappelijke belangen. Voor de beoordeling van de persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator tijdens de pre-packprocedure moet volgens de Hoge Raad dan ook aansluiting worden gezocht bij de maatstaf die geldt voor de persoonlijke aansprakelijkheid van de in art. 68 e.v. van bedoelde curator, dat wil zeggen de zogenaamde Maclou-norm. Onderzocht moet worden of de beoogd curator heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende beoogd curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht. Dat heeft het hof ook gedaan, zodat het cassatieberoep wordt verworpen.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
De maatstaf voor persoonlijke aansprakelijkheid van een beoogd curator