Registratie en stopzetting samenwerking door verzekeraar
Op 29 maart 2022 (ongeval 1) en op 6 juli 2022 (ongeval 2) raakt X betrokken bij een verkeersongeval. X heeft zijn schade voor beide ongevallen geclaimd onder zijn SVI-verzekering en heeft eiser 2, die een expertisebureau op het gebied van letselschade exploiteert, ingeschakeld als belangenbehartiger. Eiser 1 is werkzaam bij eiser 2 als belangenbehartiger en heeft de behandeling van de dossiers verzorgd.
Eiser 1 heeft namens X een schadestaat ten gevolge van ongeval 1 en een schadestaat ten gevolge van ongeval 2 bij de autoverzekeraar ingediend. De autoverzekeraar heeft de twee schadestaten vergeleken en stuitte daarbij op inconsistenties. Naar aanleiding daarvan heeft zij een expertisebureau ingeschakeld om onderzoek te doen naar de schadestaten. Daaruit is onder andere gebleken dat X kosten van het uitbestede werk van de veranda bij zijn woning in beide schadestaten heeft opgenomen.
De autoverzekeraar heeft als gevolg van bovenstaande bevindingen eiser 1 bericht dat zij, wegens het opzettelijk onjuist informeren, de persoonsgegevens van eiser 1 en 2 heeft opgenomen in haar Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (EVR), dat zij de schadeclaim niet meer zal oppakken en dat zij de samenwerking met eiser 2 heeft stopgezet en dat zij ook in de toekomst geen nieuwe zaken meer van hen zal aannemen.
In deze procedure vorderen eisers 1 en 2 om de autoverzekeraar te bevelen de inschrijving in de registers ongedaan te maken en om de schadeclaim weer op te pakken. Ten aanzien van eiser 1 oordeelt de voorzieningenrechter dat door het opzettelijk onjuist informeren van de autoverzekeraar, de belangen van cliënten van de autoverzekeraar en de autoverzekeraar zelf en de integriteit en de continuïteit van de financiële sector worden bedreigd. De opname van de persoonsgegevens in de registers is verder proportioneel, nu de autoverzekeraar besloten heeft tot registratie voor de duur van drie jaar, in plaats van de toegestane acht jaar. Op grond van het voorgaande bestaat er volgens de voorzieningenrechter voldoende grondslag voor een registratie van eiser 1 in de betreffende registers. De registratie van eiser 2 acht de rechtbank echter niet gerechtvaardigd, nu de autoverzekeraar dit onvoldoende heeft onderbouwd. Verder oordeelt de voorzieningenrechter dat de stopzetting van de samenwerking met eiser 1 en 2, gelet op de gang van zaken rond de claims van ongevallen 1 en 2, in het licht van de omstandigheden een redelijke en gerechtvaardigde maatregel is.
Fraude is een groot onderwerp in de verzekeringswereld. Het komt zelfs voor dat belangenbehartigers zich voor dit soort praktijken laten lenen. Deze uitspraak laat zien dat het opzettelijk onjuist informeren van een verzekeraar – terecht – vergaande consequenties kan hebben.
Deze teaser is geschreven door Jessica Stolk.