Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 april 2020
Het hof oordeelt in deze uitspraak over de reikwijdte van een door de algemene vergadering verleende decharge. Decharge ontslaat de bestuurder van interne aansprakelijkheid jegens de rechtspersoon. Uit eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat een decharge zich alleen uitstrekt tot die handelingen die daadwerkelijk aan de algemene vergadering bekend zijn gemaakt, hetzij door middel van verstrekking van de balans van baten en lasten, hetzij door toelichting daarop, hetzij door middel van toelichting van de kascommissie.
In deze zaak heeft de bestuurder de functie van penningmeester vervuld. De financiële administratie die door hem werd aangeleverd werd gecontroleerd door een kascommissie. Tot en met het boekjaar 2009 is aan de bestuurder steeds decharge verleend. In 2011 komen frauduleuze onttrekkingen aan het licht. Volgens de rechtspersoon is de bestuurder aansprakelijk voor de financiële gevolgen van dit handelen. Het hof overweegt dat het verweer van de bestuurder dat aan hem tot en met het boekjaar 2009 decharge is verleend niet opgaat omdat dechargeverlening zich niet uitstrekt tot frauduleuze onttrekkingen die door manipulatie van de boeken niet uit de jaarrekening en verslaglegging kenbaar zijn. Door een deskundige is in de procedure in eerste aanleg vastgesteld dat sprake was van manipulatie. Het hof concludeert dat de bestuurder in de uitvoering van zijn functie als penningmeester onrechtmatig heeft gehandeld c.q. zijn taak onbehoorlijk heeft gevolgd. Hij is daarom aansprakelijk voor de financiële gevolgen.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Bestuurdersaansprakelijkheid: verleende decharge en frauduleuze onttrekkingen
Bestuurdersaansprakelijkheid: verleende decharge en frauduleuze onttrekkingen
20 mei 2020