Had de bestuurder (de voor zijn broer en ex-schoonzus bestemde) pensioenverplichtingen mogen aangaan?
Een broer (“broer 1”) heeft een deel van zijn pensioen in eigen beheer opgebouwd bij de vennootschap (“de Pensioen Holding”) van zijn broer (“broer 2”). Vervolgens gaat broer 1 scheiden. In het echtscheidingsconvenant dat hij in 2014 met zijn ex-vrouw overeenkomt, staat vastgelegd dat zij recht heeft op de helft van het pensioen dat door broer 1 bij de Pensioen Holding is opgebouwd. Broer 2 heeft als enig bestuurder van de Pensioen Holding het echtscheidingsconvenant medeondertekend.
De ex-vrouw van broer 1 ontvangt in 2015 t/m 2017 pensioenuitkeringen. Broer 2 overlijdt in 2016. Begin 2018 meldt de weduwe van broer 2 haar ex-schoonzus namens de Pensioen Holding dat de Pensioen Holding geen liquiditeiten meer heeft om toekomstige uitkeringen te kunnen verstrekken.
Het wordt vervolgens een procedure tussen de ex-schoonzussen, waarin het gaat om de vraag of de ene ex-schoonzus, als enig erfgenaam van broer 2, aansprakelijk is voor het onrechtmatig handelen van broer 2 jegens de andere ex-schoonzus (volg je het nog?). Het Hof beantwoordt deze vraag bevestigend.
Interessant in dit arrest is dat de gedragingen van de bestuurder aan de zogenoemde Beklamel-norm worden getoetst – en er niet wordt toegekomen aan de vraag of sprake is van verhaalsfrustratie. De Beklamel-maatstaf houdt kort gezegd in dat het erom gaat of de vennootschapsbestuurder bij het aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. Je zou op het eerste gezicht denken dat hier geen sprake van was, nu de vennootschap na de ondertekening van het echtscheidingsconvenant – het moment waarop de verbintenissen zijn aangegaan – drie jaar aan haar verplichtingen heeft kunnen voldoen. Het lijkt er echter op dat de Pensioen Holding op het moment van ondertekening van het echtscheidingsconvenant al geen activiteiten meer verrichtte – en dus ook geen inkomsten meer zou generen. Op dat moment kon dus wel degelijk worden voorzien dat er al na een beperkt aantal jaren pensioentekorten zouden ontstaan. Dit maakt dat de bestuurder op grond van de Beklamel-norm de verplichtingen zoals vastgelegd in het echtscheidingsconvenant niet had mogen aangaan. Lees het arrest hier
Deze teaser is geschreven door Lotte Warendorf