Zijn directe en indirecte bestuurder persoonlijk aansprakelijk?
Deze zaak draait om de aansprakelijkheid van bestuurders voor het niet nakomen van (betalings)verplichtingen door een rechtspersoon. De direct en indirect bestuurder wordt verweten dat zij hebben bewerkstelligd dat de rechtspersoon niet aan haar verplichtingen heeft voldaan.
Het hof is van oordeel dat de bestuurders een persoonlijk ernstig verwijt te maken is. Het hof stelt in dat kader onder meer vast dat niet is komen vast te staan dat er i) sprake was van betalingsonmacht, ii) de bestuurders de vordering onbetaald hebben gelaten omdat zij – zonder rekening te houden met een mogelijk ongelijk - meenden gerechtvaardigd een beroep te kunnen doen op een tegenvordering terwijl over die vordering op dat moment nog tussen partijen geprocedeerd werd en iii) er sprake is van selectieve betalingen.
Dit arrest is daarmee allereerst een goed voorbeeld van het feit dat de aangesproken bestuurder niet achterover zal kunnen gaan leunen. In zijn verweer zal de bestuurder ter betwisting van zijn aansprakelijkheid, concrete informatie dienen te verschaffen. Doet de bestuurder dat niet, dan loopt hij het risico dat wordt geoordeeld dat hij in het kader van zijn verweer onvoldoende gesteld heeft. Daarnaast laat het arrest zien dat de bestuurder in het geval er geprocedeerd wordt over een (tegen)vordering, ook rekening dient te houden met zijn ongelijk. De bestuurder dient in dat geval te kunnen toelichten hoe daar rekening mee is gehouden en welke keuzes er zijn gemaakt. Dit laatste geldt ook in het geval de bestuurder verweten wordt selectieve betalingen te hebben verricht. De bestuurder zal dan moeten toelichten dat en waarom er voor is gekozen de ene schuldeiser wel te voldoen en de andere niet. Nu de bestuurders in casu dit alles hebben nagelaten, is het oordeel van het hof dat zij aansprakelijk zijn goed te volgen.
Lees de uitspraak hier:
Bestuurdersaansprakelijkheid en betalingsonwil