Bestuurdersaansprakelijkheid: devolutieve werking van het appel
Hoge Raad 29 mei 2020
Dit arrest ziet op de devolutieve werking van het hoger beroep. De devolutieve werking houdt in dat indien een grief in hoger beroep gegrond wordt verklaard, het hof de verweren die in eerste aanleg naar voren zijn gebracht alsnog dient te betrekken.
De feiten in deze zaak waren als volgt. Een groothandel heeft met de bestuurders van twee bv’s onderhandeld over exclusieve distributie van een bepaald raamkozijnensysteem. In het kader daarvan zijn afspraken neergelegd in een ‘Term Sheet’ en heeft de groothandel diverse aanbetalingen/voorschotten betaald. De bestuurders hadden de Term Sheet (mede) in privé ondertekend. Uiteindelijk is geen definitieve overeenstemming bereikt. De groothandel heeft betaalde bedragen teruggevorderd zowel van de bv’s als van de bestuurders. Het gaat om een bedrag van ruim 1,6 miljoen. Het hof heeft voor recht verklaard dat de bestuurders onrechtmatig hebben gehandeld jegens de groothandel en hen hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, verminderd met hetgeen de groothandel op de bv’s heeft kunnen verhalen.
De Hoge Raad beoordeelt of is voldaan aan het vereiste voor bestuurdersaansprakelijkheid dat de bestuurders een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Daarbij is relevant dat de bv’s zelf geen verhaal meer boden. Volgens de groothandel hebben de bestuurders zelf actief de gelden weggesluisd dan wel hebben ze dit laten gebeuren. In eerste aanleg hebben de bestuurders toegelicht wat er met de betaalde bedragen is gebeurd en waarom. In deze toelichting ligt tevens een betwisting besloten van het verwijt dat de bestuurders wordt gemaakt. Toen de groothandel in hoger beroep de grondslag voor de vordering jegens de bestuurders toespitste op bestuurdersaansprakelijkheid had het hof bij de beoordeling daarvan op grond van de devolutieve werking van het appel deze betwisting moeten betrekken. Het hof heeft dit echter ten onrechte niet gedaan. Ook nieuwe stellingen die de bestuurders voor het eerst in hoger beroep aan hebben gevoerd, en die enkel neerkomen op een nadere uitwerking van die betwisting, had het hof moeten betrekken. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof.
De rechtbank had de vordering jegens de bestuurders in eerste aanleg nog afgewezen. Het hof oordeelde vervolgens dat de bestuurders geen verweer hadden gevoerd tegen het verwijt dat zij gelden zouden hebben weggesluisd. De bestuurders hadden geen memorie van antwoord genomen. Gelet op de devolutieve werking van het appel had het hof echter ook de stellingen in eerste aanleg moeten beoordelen. Dit is ten onrechte achterwege gebleven.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Bestuurdersaansprakelijkheid: devolutieve werking van het appel