Is cliënt nog op tijd?
Deze zaak ziet op de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat, waarbij de vraag centraal staat of sprake is van verjaring.
Samengevat heeft de advocaat in maart 2012 een brief geschreven aan de kopers van de onderneming van zijn cliënt, waarin hij vermeldde dat de koopovereenkomst is vervallen. Volgens cliënt heeft de advocaat hiermee in strijd gehandeld met zijn opdracht en schade veroorzaakt omdat cliënt hierdoor geen aanspraak meer kon maken op betaling van de koopsom en de overeengekomen boete. Cliënt heeft zijn advocaat in 2019 aansprakelijk gesteld.
Het Hof legt uit dat de 5-jarige verjaringstermijn van artikel 3:310 lid 1 BW begint te lopen op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van de door hem geleden schade in te stellen. Daarvan zal sprake zijn als de benadeelde voldoende zekerheid heeft verkregen dat de schade is veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van de betrokken persoon.
Hierbij is van belang dat onbekendheid met of onzekerheid over de juridische beoordeling van de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon, niet aan aanvang van de verjaringstermijn in de weg staat. Dit kan onder omstandigheden anders zijn zolang de benadeelde door een gebrek aan kennis of inzicht niet in staat is om de deugdelijkheid van de prestatie te beoordelen.
In dit geval wist cliënt vanaf het moment van de brief (maart 2012) dat hij geen aanspraak meer kon maken op nakoming van de overeenkomst. Volgens het Hof valt dit namelijk ook voor de juridische leek uit de in de brief gebruikte bewoordingen af te leiden. Op dat moment was hij dus in staat om de deugdelijkheid van de prestatie van de advocaat te beoordelen. Ook de schade is toen ontstaan. In de brief is immers onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig verklaard dat de koopovereenkomst is vervallen en geen aanspraak zal worden gemaakt op de boeteclausule, wat een vordering tot nakoming in de weg staat.
Gezien deze omstandigheden is het Hof van oordeel dat de vordering van cliënt is verjaard. Deze uitspraak verbaast niet en is in lijn met standaard rechtspraak van de Hoge Raad, waaronder HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:653.
Bekijk de uitspraak hier.