Advocaat niet aansprakelijk voor het nalaten van stuiting

Hoge Raad 29 mei 2020

In dit arrest is de aansprakelijkheid van een advocaat aan de orde wegens het niet stuiten van de verjaring van een vordering. De advocaat had zijn cliënt vanaf april 2002 bijgestaan bij het innen van een vordering op een derde. De vordering was in 2002 door één van de opdrachtgevers van de cliënt aan hem gecedeerd. Kort na de cessie ging deze opdrachtgever failliet. Er was op dat moment nog geen mededeling van cessie gedaan aan de koper. De curatoren in het faillissement hebben in 2007 de vordering alsnog overgedragen aan de cliënt. De vordering jegens de schuldenaar is echter in eerste aanleg en hoger beroep afgewezen omdat deze was verjaard op 8 januari 2004. De cliënt heeft de advocaat aansprakelijk gesteld wegens het niet stuiten van de verjaring.

De Hoge Raad oordeelt dat de advocaat niet aansprakelijk is voor het nalaten van de stuiting. Stuiting van de vordering zou immers geen zin hebben gehad omdat de cliënt geen rechthebbende was op de vordering. Het hof had nog geoordeeld dat de advocaat dit niet aan zijn cliënt kon tegenwerpen omdat hij had moeten onderzoeken of de cliënt rechthebbende was (hetgeen hij heeft nagelaten) en met zijn cliënt de consequenties voor diens rechtspositie had moeten bespreken. Deze overweging van het hof houdt in cassatie geen stand nu naleving van deze verplichting door de advocaat onverlet zou hebben gelaten dat hij de vordering niet namens zijn cliënt had kunnen stuiten.

Een advocaat dient de zorgvuldigheid te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Dit heeft tot gevolg dat een advocaat verjaringstermijnen in het oog dient te houden en een verjaring tijdig dient te stuiten. Omdat in deze zaak een stuiting zonder effect zou zijn gebleven levert het niet stuiten van de verjaring ook geen aansprakelijkheid op.

Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!

Klik hier voor de uitspraak:
Advocaat niet aansprakelijk voor het nalaten van stuiting