Welke partij moet bij het hoger beroep in rechte worden betrokken wanneer de aansprakelijke partij gedurende de procedure meerderjarig is geworden?
Gerechtshof Amsterdam 15 december 2020
Appellant heeft de ouders van een minderjarige als haar wettelijk vertegenwoordigers in rechte betrokken. Gedurende de procedure in eerste aanleg is de dochter meerderjarig geworden. Doordat de dagvaarding in hoger beroep wederom werd uitgebracht tegen de ouders, in plaats van tegen de nu meerderjarige dochter, is appellant niet ontvankelijk in het hoger beroep.
Welke partij in rechte moet worden betrokken is niet afhankelijk van de vraag of de schade (voornamelijk) tijdens de minderjarigheid van de aansprakelijke is ontstaan. Het gaat erom welke partij aansprakelijk wordt gehouden en of deze partij zelf in rechte gedagvaard kan worden. Het dagvaarden van ouders die hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger inmiddels hebben verloren, leidt in beginsel tot niet ontvankelijkheid. Dit kan anders zijn indien redelijkerwijs niet van de appellant kon worden gevergd dat hij bij het uitbrengen van de dagvaarding rekening hield met de mogelijkheid dat de materiële wederpartij intussen meerderjarig is geworden. Deze uitzondering is in ieder geval niet aan de orde indien de geboortedatum in de processtukken kan worden gevonden. Voorts is in een dergelijk geval geen sprake van een partijwissel. De aangesprokene is een en dezelfde persoon, maar werd eerst slechts formeel door de ouders vertegenwoordigd.
Bij het procederen tegen een minderjarige partij dient dus altijd goed rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat de aangesprokene meerderjarig wordt gedurende de procedure. Is hier (kenbaar) sprake van, dan dient de appeldagvaarding te worden uitgebracht tegen de meerderjarig geworden partij, en niet meer tegen zijn of haar wettelijk vertegenwoordigers.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Aansprakelijke partij wordt tijdens procedure meerderjarig