Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 augustus 2018
X staat in een procedure tegenover Y en vordert dat een transactie tussen deze partijen, waarbij X onbevoegd zou zijn vertegenwoordigd, wordt teruggedraaid. In het pleidooi in hoger beroep verklaart de advocaat van Y dat de werknemer van X niet bevoegd was de transactie aan te gaan, waarna Y de procedure verliest.
Y meent dat haar advocaat vanwege deze mededeling verantwoordelijk is voor het verliezen van de procedure en stelt hem aansprakelijk. In navolging van de rechtbank, verwerpt het hof de stellingen van Y. Het hof laat in het midden of de advocaat een fout heeft gemaakt met het doen van de mededeling, maar oordeelt – op basis van een trial within a trial – dat Y de procedure tegen X hoe dan ook zou hebben verloren en de desbetreffende kosten had gemaakt. De werknemer van X was onbevoegd om X te vertegenwoordigen en er kon bij Y ook geen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid bestaan. Ook de vordering tot vergoeding c.q. terugbetaling van advocaatkosten (omdat de advocaat volgens Y ten onrechte zou hebben geadviseerd te gaan procederen) wordt afgewezen. Vooraf, met de kennis van dat moment, waren de argumenten van de advocaat immers niet kansloos, aldus het hof.
In veel zaken over beroepsaansprakelijkheid van advocaten gaat het om de situatie waarin een advocaat in een procedure een termijn ongebruikt heeft laten verstrijken (bijvoorbeeld een appeltermijn). In de beroepsaansprakelijkheidsprocedure is het vervolgens de vraag of de daarmee verloren gegane kans ook een waarde vertegenwoordigde (kansschade). Volgens vaste jurisprudentie dient de rechter dan te beoordelen of i) vastgesteld kan worden hoe in het (misgelopen) hoger beroep zou zijn geoordeeld (trial within a trial) en ii), als dat niet goed mogelijk is, anders aan de hand van de goede en kwade kansen een kansberekening te maken. De uitkomst van die kansberekening wordt dan toegepast op de schade. Opvallend is dat in de onderhavige kwestie geen sprake is van een gemiste kans in de zin van een gemiste procesinstantie: de advocaat wordt enkel verweten dat de procedure als gevolg van zijn mededeling verloren is gegaan. Toch past het hof dezelfde aanvliegroute toe en komt zij tot de conclusie dat Y ook zonder de mededeling van haar advocaat de procedure had verloren. Omdat het hof dit kon vaststellen, hoefde zij geen berekening te maken aan de hand van de goede en kwade kansen. Wilt u hier meer over weten, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
A trial within a trial bij gestelde onjuiste verklaring van advocaat in procedure