Gerechtshof Den Haag 14 augustus 2018
Wanneer als gevolg van stijgend grondwaterpeil het woonhuis van verzekerde onbewoonbaar wordt, ontstaat er tussen de verzekerde en de opstalverzekeraar onenigheid over de vraag of verzekerde het gerechtvaardigd vertrouwen mocht hebben dat de opstalverzekeraar alle te maken kosten van vervangende woonruimte – een bij de woning geplaatst chalet – voor onbepaalde tijd zou vergoeden, óf dat er slechts voor een bepaalde periode vergoed zou worden.
Het hof stelt beide partijen deels in het gelijk. Verzekerde mocht er, gelet op het feit dat de opstalverzekeraar op de hoogte was van de minimale huurtermijn van 18 maanden, vanuit gaan dat de kosten in ieder geval deze periode vergoed werden. Naar oordeel van het hof is echter niet vast komen te staan dat de opstalverzekeraar voor onbepaalde tijd zou vergoeden. Dit, en het feit dat partijen er eerst vanuit gingen dat de herstelperiode een aantal maanden zou bedragen, brengt het hof tot het oordeel dat de opstalverzekeraar gehouden is tot een vergoeding voor een periode van 18 maanden.
Is de toekomstige periode waarover vergoed moet worden onzeker, maak hier dan duidelijke afspraken over (in de polisvoorwaarden). Dat kan twijfel en discussie achteraf voorkomen. Wilt u hier meer over weten, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
Gesteggel over vervangende woonruimte: moet de opstalverzekeraar het gehuurde chalet vergoeden?