Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 november 2018
A is eigenaar van een loods. Deze loods verhuurt hij aan B, die de loods gebruikt in de uitvoering van zijn klusbedrijf. Op enig moment waaien onjuist bevestigde asbesthoudende golfplaten van (het dak van) de loods, die terechtkomen op een naastgelegen perceel van X. X lijdt daardoor schade, die hij wenst te verhalen op A (de eigenaar van de opstal).
A weigert echter te betalen en doet daarbij een beroep op art. 6:181 BW, welke bepaling mee brengt dat niet op de eigenaar van de opstal maar uitsluitend de bedrijfsmatig gebruiker daarvan de risicoaansprakelijkheid voor een gebrekkige opstal rust. Als er een bedrijfsmatige gebruiker is, kan de benadeelde niet naar de eigenaar van de opstal. Volgens A was B de bedrijfsmatig gebruiker en kon X hem niet aanspreken.
Het hof gaat daar niet in mee. Voor aansprakelijkheid op grond van art. 6:181 BW is namelijk een functioneel verband vereist tussen de uitoefening van het bedrijf en het ontstaan van het gebrek. Dat verband ontbrak hier, zodat B niet aansprakelijk was op grond van deze bepaling. Daarmee kon X zich terecht wenden tot A als eigenaar/bezitter van de loods, aldus het hof. Dat A en B onderling afspraken dat B verantwoordelijk was voor onderhoud, maakt dit volgens haar niet anders. Die afspraak zegt immers niets over de bedrijfsuitoefening door B.
Uitgangspunt is dat op de eigenaar de risicoaansprakelijkheid van een gebrekkige opstal rust. Onder omstandigheden kan die aansprakelijkheid verschuiven naar de bedrijfsmatig gebruiker. Als dat het geval is, dan kan alleen de bedrijfsmatig gebruiker worden aangesproken.
Wilt u hier meer over weten? Neem dan contact op met Chris van Dijk via Chris.van.Dijk@kvdl.com
Klik hier voor de uitspraak:
Aansprakelijkheid bedrijfsmatig gebruiker opstal en het vereiste van functioneel verband
Aansprakelijkheid bedrijfsmatig gebruiker opstal en het vereiste van functioneel verband
22 november 2018