Kan een voorlopig deskundigenbericht worden ingezet ter vaststelling van de rekenrente?
Gerechtshof Den Haag 30 november 2021
In deze zaak verzocht de verzekeraar in verband met een verschil van mening over de te hanteren rekenrente bij het kapitaliseren van de toekomstige inkomensschade een voorlopig deskundigenbericht te gelasten, waarbij voorgesteld werd een financial planner, fiscalist en econoom te benoemen.
Het hof stelt voorop dat aan de rechter die heeft te oordelen over het verzoek een dergelijk onderzoek te gelasten, geen discretionaire bevoegdheid toekomt. Hij dient het onderzoek in beginsel te gelasten, mits het daartoe strekkende verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden (HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:482). Dit is echter anders indien de rechter op grond van in zijn beslissing te vermelden feiten en omstandigheden van oordeel is dat het verzoek in strijd is met de goede procesorde, dat van de bevoegdheid toepassing van dit middel te verlangen misbruik wordt gemaakt, of dat het verzoek moet afstuiten wegens een ander zwaarwichtig geoordeeld bezwaar (HR 19 december 2003, NJ 2004, 584).
Vervolgens oordeelt het hof echter dat de verzekeraar geen rechtens te respecteren belang heeft bij het onderhavige verzoek, omdat dit niet ter zake dienend is. Het hof acht zich gelet op het partijdebat in de hoofdzaak en de relatief beperkte looptijd van de schade met betrekking tot toekomstig verlies van verdienvermogen, goed in staat om zelf de uitgangspunten te bepalen die gelden voor het vaststellen van de rekenrente in dit geschil.
Ten overvloede overweegt het hof daarbij dat het verzoek van de verzekeraar eveneens in strijd is met de eisen van een goede procesorde en ook om die reden niet voor toewijzing in aanmerking komt. Het voorlopig deskundigenbericht wordt (mede) verzocht met het oog op het financiële belang in verband met toekomstige zaken. Daarvoor is het procesinstrument van het voorlopig deskundigenbericht evenwel niet is bedoeld.
De uitspraak is interessant in het kader van de rekenrente-discussie, waarbij rechters tegenwoordig vooral kijken naar de ‘Aanbeveling rekenrente in personenschadezaken’ die de Rechtspraak afgelopen juni publiceerde. Deze aanbeveling speelde in deze zaak echter geen rol van betekenis omdat sprake was van een vrij beperkte looptijd. Het oordeel van het hof maakt echter wel duidelijk dat deze poging om door de inzet van een voorlopig deskundigenbericht af te wijken van de door de rechter gehanteerde rekenrente(s) niet gewaardeerd wordt.
Anderzijds is het arrest ook opmerkelijk omdat het niet vaak voorkomt dat een voorlopig deskundigenbericht wordt afgewezen. Het oordeel dat het verzoek tot het houden van een deskundigenbericht niet ter zake dient, omdat het hof de benodigde uitgangspunten goed zelf kan bepalen, is in dat kader opvallend.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Rekenrente