Parket bij de Hoge Raad 13 september 2019
In de veelbesproken Urgenda-zaak heeft het hof in navolging van de rechtbank geoordeeld dat de Staat gehouden is om per eind 2020 een reductieverplichting van tenminste 25% te bewerkstelligen. Dit oordeel is gebaseerd op de rechtsplichten van de Staat tot bescherming van het leven en het gezinsleven.
De Staat heeft cassatieberoep ingesteld tegen dit arrest. In de cassatieprocedure hebben procureur-generaal Langemeijer en advocaat-generaal Wissink in hun conclusie geconcludeerd dat het arrest van het hof in stand kan blijven.
De rechtspraak van het EHRM biedt volgens hen voldoende aanknopingspunten voor de aangenomen zorgplicht van de Staat. Verder staat de beperkte omvang van de Nederlandse emissies, waardoor beperking hiervan onvoldoende zal zijn om de opwarming van de aarde te voorkomen, niet in de weg aan het reductiebevel. Hetzelfde geldt voor de beoordelingsruimte van de Staat, omdat de rechter in een rechtsstaat bescherming dient te bieden als fundamentele rechten in de knel dreigen te komen, aldus de conclusie. Tot slot wordt geconcludeerd dat het hof kon oordelen dat dat het reductiebevel geen wetgevingsbevel is.
De conclusie is een onafhankelijk advies, de Hoge Raad is vrij dit advies al dan niet te volgen.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
P-G & A-G: “Arrest van het hof in de Urgenda-zaak kan in stand blijven”