Kan de benadeelde worden verweten dat hij geen schadebeperkende maatregelen heeft genomen?
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 5 maart 2024
Op een containerveld van een rozenkweker met ruim 135.000 stam- en struikrozen zijn spuitmiddelen terechtgekomen van een spuitbedrijf dat een nabijgelegen maisveld heeft behandeld. De rozenkweker spreekt het spuitbedrijf aan tot vergoeding van zijn schade wegens het niet kunnen verkopen van de rozen. Nadat aansprakelijkheid door het spuitbedrijf is erkend, ontstaat een geschil over de omvang van de schadevergoeding. Het spuitbedrijf stelt zich (onder meer) op het standpunt dat de rozenkweker een groot aantal van de rozen alsnog had kunnen verkopen als de rozenkweker de beschadigde planten had teruggesnoeid, de beschadigde bladeren had verwijderd en de planten daarna weer had laten uitgroeien. Door deze schadebeperkende maatregelen niet te nemen, zou een deel van de schade aan de rozenkweker zelf kunnen worden toegerekend, aldus het spuitbedrijf.
Op grond van artikel 6:101 BW kan een vergoedingsplicht van een aansprakelijke partij worden verminderd indien de schade mede het gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend. Een dergelijke omstandigheid kan zijn dat een benadeelde geen schadebeperkende maatregelen heeft genomen, terwijl dat in redelijkheid wel van hem gevergd had kunnen worden.
Bij de vaststelling wat onder de omstandigheden van het geval redelijkerwijs van een benadeelde kan worden gevergd, dient in aanmerking te worden genomen dat het aan het handelen of nalaten van de aansprakelijke partij te wijten is dat de benadeelde in een situatie is terechtgekomen die tot schadebeperking noodzaakt. Het gaat erom, zo benadrukt het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch in zijn arrest van 5 maart 2024, wat op het tijdstip waarop de maatregel genomen had moeten worden redelijk was, niet om wat achteraf het beste zou zijn geweest.
Het hof oordeelt dat van de rozenkweker in redelijkheid niet kon worden gevergd dat hij de door het spuitbedrijf genoemde schadebeperkingsmaatregelen zou nemen. Het hof acht in dat kader de volgende omstandigheden van belang:
- De positie van de rozenkweker in de markt:
De rozenkweker opereert in de top van de markt, waardoor hoge kwaliteitseisen aan zijn rozen worden gesteld. Het was niet zeker of de rozen na de schadebeperkende maatregelen nog aan die hoge eisen zouden voldoen. Een geringe kwaliteitsvermindering zou al snel negatieve gevolgen hebben voor de verkoopbaarheid van de rozen, op de toekomstige verkoop en op de goede naam van de rozenkweker. - De onzekere gevolgen van de schadebeperkende maatregelen:
Het staat niet vast dat de schadebeperkende maatregelen tot succes zouden hebben geleid. De aanname dat dit het geval zou zijn, wordt door de deskundige niet onderbouwd. De deskundige die de schadebeperkende maatregelen had geopperd, had zelf ook aangegeven dat de schade daardoor mogelijk beperkt had kunnen worden, echter, dat de kans op succes groter zou zijn geweest als de maatregelen direct na het spuitincident genomen zouden zijn. - De aanzienlijke kosten van de schadebeperkende maatregelen:
Aan de schadebeperkende maatregelen waren aanzienlijke kosten verbonden. Het is aannemelijk dat de rozenkweker door de gevolgen van het spuitincident in financieel zwaar weer verkeerde en deze kosten niet kon voldoen. Daarbij is ook van belang dat de verzekeraar van de aansprakelijke partij had geweigerd een voorschot uit te keren. - De beperkte keuzemogelijkheid van de rozenkweker:
De rozenkweker had de keuze tussen het investeren in het aanplanten van een nieuw veld met het oog op de verkoop in het opvolgende jaar, of het nemen van schadebeperkende maatregelen, terwijl de kans op succes van die laatste optie onzeker was. - De trage afwikkeling van de schade:
Na de ontdekking van de beschadigingen duurde het enkele weken voor de verzekeraar van de aansprakelijke partij in actie kwam en een expert inschakelde, die toen pas (op een vrij laat moment) de schadebeperkende maatregelen adviseerde. - De late erkenning van aansprakelijkheid:
Aansprakelijkheid werd uiteindelijk pas vier jaar na het spuitincident erkend. In de tussentijd was het voor de rozenkweker onzeker of hij zijn schade überhaupt wel vergoed zou krijgen
Het arrest van het hof laat zien dat tal van omstandigheden een rol kunnen spelen bij de beantwoording van de vraag of van een benadeelde mocht worden verwacht dat hij schadebeperkende maatregelen zou nemen, en dat een dergelijke verplichting niet te snel mag worden aangenomen.
Deze teaser is geschreven door Rosalinde Montulet