Schijn van kredietwaardigheid
Rechtbank Midden-Nederland 22 januari 2014
Hebben de bestuurders bij de aannemingsovereenkomst ten onrechte de schijn van kredietwaardigheid gewekt? Art. 2:249 BW bepaalt dat indien een jaarrekening van een besloten vennootschap een misleidende voorstelling van de toestand van die vennootschap geeft, de bestuurders tegenover derden aansprakelijk zijn voor de schade die dezen hierdoor hebben geleden. Voor deze aansprakelijkheid is geen (aanvullende) schuld in termen van een verwijt aan het adres van de bestuurders vereist; het enkel misleidend zijn van de jaarrekening zelf impliceert het verwijt, en daarmee is de aansprakelijkheid in beginsel gegeven. De bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die is geleden door de onjuistheid van de jaarrekening. Van een disculpatiegrond is niet gebleken.
Klik hier voor de uitspraak:
Schijn van kredietwaardigheid