Op 16 maart 2021 heeft de toenmalige regering een wetsvoorstel ingediend waarmee de betalingstermijn die grote ondernemingen in hun handelsrelatie met mkb-ondernemingen mogen hanteren wordt verkort van maximaal 60 naar 30 dagen. Dit wetsvoorstel is het resultaat van de evaluatie van de Wet betaaltermijnen uit 2017.
Inmiddels (29 maart 2022) is het voorstel aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer. Op 1 juli 2022 is de nieuwe wet in werking getreden. Er geldt een overgangstermijn van 1 jaar om bestaande overeenkomsten hiermee in lijn te brengen.
Waarom is een wetswijziging nodig?
De regering acht dit wetsvoorstel noodzakelijk omdat Mkb’ers in de praktijk vaak met de huidige maximale betaaltermijn van 60 dagen akkoord blijken te gaan uit angst om klanten te verliezen. Dit terwijl het uitgangspunt een betalingstermijn van 30 dagen zou moeten zijn. Dit blijkt echter eerder uitzondering dan regel. De huidige regeling zou de belangen van Mkb’ers daardoor onvoldoende beschermen. In de coronacrisis werd volgens de regering opnieuw merkbaar dat (potentiële) financiële nood bedrijven prikkelt om hun onderhandelingspositie zo goed mogelijk te benutten en op die manier lange betalingstermijnen overeen te komen en deze soms zelfs te overschrijden met alle negatieve effecten van dien voor Mkb’ers.
Wat wijzigt er precies? En wanneer is sprake van een grote onderneming en wanneer van Mkb?
Het wetsvoorstel beoogt dit te veranderen door een wijziging van artikel 6:119a BW waarin een (in principe) uiterste betaaltermijn van 60 dagen was bepaald. Deze maximale betalingstermijn wordt verkort naar 30 dagen. De reikwijdte van de toepasselijkheid van de maximale betalingstermijn in dit artikel blijft hetzelfde. Deze is van toepassing op een handelsovereenkomst met betrekking tot de levering van een dienst of goed waarbij een grote onderneming als schuldenaar en een Mkb’er als schuldeiser optreedt (art. 6:119a lid 6 BW).
Indien Nederlands recht van toepassing is geldt de regeling ook wanneer één of beide partijen in het buitenland gevestigde bedrijven zijn. Of een groot bedrijf door toepasselijkheid van buitenlands recht in een overeenkomst deze betalingstermijn desalniettemin zou moeten toepassen op een in Nederland gevestigde Mkb’er indien een rechtskeuze voor buitenlands recht gemaakt is, lijkt niet het geval aangezien in de wet niet bepaald is dat de regeling van bijzonder regelend recht is.1 Overigens blijkt uit de Memorie van Toelichting dat twee Nederlandse partijen niet onder toepasselijkheid van deze regel uit kunnen komen door een rechtskeuze voor buitenlands recht.
Voor de definitie van een grote onderneming worden de criteria uit het jaarrekeningenrecht (artikelen 2:395a t/m 2:398 van het Burgerlijk Wetboek) toegepast. Kortweg is dit een rechtspersoon die, al dan niet op geconsolideerde basis, op twee opeenvolgende balansdata heeft voldaan aan twee van de drie volgende kenmerken:
- een waarde van de activa op de balans van meer dan EUR 20.000.000;
- een netto-omzet over het bepaalde boekjaar van meer dan EUR 40.000.000;
- een gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar van meer dan 250.
Rechtspersonen die niet aan twee van deze drie kenmerken voldoen vallen onder de categorie midden- en kleinbedrijf (mkb).
Wat is de consequentie als een bedrijf zich niet aan de wettelijke maximum betalingstermijn houdt?
De betaaltermijn is van dwingend recht en partijen kunnen hier dus niet contractueel van afwijken. Overeengekomen betaaltermijnen van langer dan 30 dagen zijn nietig en worden omgezet zodat alsnog een betalingstermijn van 30 dagen geldt. De Mkb’er zal bij te late betalingen de wettelijke (handels)rente kunnen incasseren.
Bij de ACM is een meldpunt geopend waar door Mkb’ers (tot 25 januari 2023) anoniem meldingen gemaakt kunnen worden over grote ondernemingen die de wettelijke dan wel de afgesproken betaaltermijn niet nakomen. Op basis van de resultaten van het meldpunt zal worden beoordeeld of publiek toezicht als flankerende maatregel wenselijk is.
Wat kun je als bedrijf doen?
Ga je een nieuwe overeenkomst sluiten en zijn de partijen hierbij een groot bedrijf en een Mkb’er, dan zou je vast kunnen anticiperen op deze wetswijziging door een betaaltermijn van 30 dagen op te nemen.
Daarnaast zou je als bedrijf alvast in kaart kunnen brengen of er bestaande overeenkomsten zijn die onder deze regeling vallen waarin in een betalingstermijn van langer dan 30 dagen is opgenomen. Gedurende het overgangsjaar zou je in geval van een verlenging of andere wijziging van de overeenkomst de gelegenheid kunnen benutten om meteen de betaaltermijn aan te passen.
Tot slot zul je, als je een betalingstermijn van 30 dagen moet kunnen gaan hanteren, ervoor moeten zorgen dat de interne financiële autorisatie processen er ook op ingericht zijn dat er daadwerkelijk betaald kan worden binnen deze termijn.
Heb je hierbij hulp nodig of wil je meer weten over dit onderwerp?
Aarzel dan niet om contact op te nemen met Sabina Kloppers.