Eiser heeft een account bij het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN) waar aanvragers van tolkdiensten, waaronder de Raad voor Rechtsbijstand (RvR), vertalingsdiensten kunnen aanvragen. Eind 2019 dienen TVcN en RvR een klacht in bij Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers (Bureau Wbtv) over eiser. Hij zou op frauduleuze wijze niet bestaande tolkopdrachten uitgezet, geaccepteerd en weer geannuleerd hebben, en zo annuleringsvergoedingen van TVcN hebben ontvangen voor niet bestaande tolkopdrachten. Volgens het Bureau Wbtv staat vast dat eiser achter de fraude zit en dat zowel de fraude als het behouden van de annuleringsvergoedingen in strijd zijn met de vereiste integriteit en attitude van een beëdigde tolk. Het Bureau Wbtv besluit eiser daarom te schrappen uit het Register.
De fraude zou zijn gepleegd vanaf verschillende IP-adressen, waaronder een IP-adres van een KPN-klant. Eiser heeft KPN meermaals verzocht de NAW-gegevens van de gebruiker van dit IP-adres te verstrekken, om zo de daadwerkelijke fraudeur te achterhalen. Volgens eiser is er geen andere manier om de gegevens van de daadwerkelijke fraudeur te achterhalen en zijn onschuld aan te tonen. Hij heeft aangifte gedaan van de fraude bij de politie, maar die wil zijn zaak geen prioriteit geven. KPN betwist de vordering van eiser, onder andere omdat niet zeker is dat aangifte geen zin heeft en omdat het enkele feit dat het IP-adres van haar klant is gebruikt niet betekent dat die klant ook onrechtmatige handelingen heeft verricht.
De voorzieningenrechter wijst de vordering van eiser af, omdat het belang van KPN bij de bescherming van persoonsgegevens en persoonlijke levenssfeer van haar klant (art. 7 en 8 Handvest en art. 8 EVRM) zwaarder weegt dan het belang van eiser om zich te kunnen verweren tegen (mogelijk onterechte) fraudebeschuldigingen. Hiertoe neemt de voorzieningenrechter het volgende ter overweging.
De voorzieningenrechter stelt ten eerste dat het niet verstrekken van de gegevens door KPN onder omstandigheden in strijd is met de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm (artikel 6:162 BW). Om te beoordelen of dit het geval is, zijn de volgende omstandigheden van belang:
- Is voldoende aannemelijk dat de gebruiker van het IP-adres onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser?
- Heeft eiser een reëel belang bij de verkrijging van de gevraagde gegevens?
- Bestaat er geen minder ingrijpende mogelijkheid om de gegevens te achterhalen?
- Brengt de afweging van de betrokken belangen mee dat het belang van de betrokken derde dient te prevaleren?
In dit kader oordeelt de voorzieningenrechter dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de fraude (uitsluitend) is gepleegd door de gebruiker van het betreffende IP-adres. Bij de frauduleuze handelingen zijn 37 verschillende IP-adressen betrokken en eiser heeft de stellingen van KPN onvoldoende betwist. Vervolgens oordeelt de voorzieningenrechter dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verstrekking van de NAW-gegevens ertoe zal leiden dat de aan eiser opgelegde maatregel (de schrapping) zal worden ingetrokken of opgeheven. Ook als in de beroepsprocedure vast zou komen te staan dat eiser niet de fraudeur is, dan blijft het oordeel dat hij door het houden van het geld niet integer heeft gehandeld nog steeds overeind. Ook neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de afgifte van de NAW-gegevens verstrekkende gevolgen heeft voor de gebruiker van het IP-adres. Eiser heeft aangifte gedaan en aangekondigd in rechte zo’n €500.000,- aan schadevergoeding te zullen vorderen. De gebruiker van het IP-adres hangt dus mogelijk van alles boven het hoofd, terwijl nog onduidelijk is of de gebruiker daadwerkelijk de fraudeur is.
De voorzieningenrechter concludeert dan ook dat het belang van eiser bij het verkrijgen van de gevraagde gegevens (nog) niet opweegt tegen het belang van KPN bij de bescherming van de persoonsgegevens en persoonlijke levenssfeer van haar klant. KPN hoeft de klantgegevens dus niet te verstrekken.
Bij vragen neem contact op met Alexandra van Lier.